This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
reden-oorzaak-gevolg
A
Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op zijn werk en miste hij een belangrijke afspraak.
B
Het lijkt me niet verstandig die cd nieuw te kopen. Je zou bijvoorbeeld eens op Marktplaats kunnen kijken, waar ontzettend veel cd’s voor heel lage prijzen worden aangeboden.
C
Evert is een ontzettend avontuurlijke vent. Zijn vriend daarentegen is een enorme huismus die er geen behoefte aan heeft bijzondere dingen te beleven.
D
Jeremy wilde niet naar de dierentuin, Jorrit wilde niet naar het bos en Anke wilde niet naar het strand. Kortom, we konden het niet eens worden over wat we gingen doen.
Slide 2 - Quiz
Wat is een oorzaak-gevolg?
A
Ik viel van de trap, maar ik had geen pijn.
B
De spits van Real Madrid krijgt de bal goed aangespeeld, waardoor hij scoort.
C
Hij staat een acht voor de vakken wiskunde, Engels en Nederlands. Kortom: hij staat er goed voor.
D
De kleuren van de vlag zijn geel, blauw en rood. Ook staat er nog een dwarse streep in.
Slide 3 - Quiz
Welke leesstrategieën zijn er?
Slide 4 - Open question
Bij welke leesstrategie lees je de eerste zin van elke alinea?
A
verkennend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
zoekend lezen
D
studerend lezen
Slide 5 - Quiz
Welke tekstdoelen zijn er?
Slide 6 - Open question
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 7 - Open question
Wat is een letterlijk interviewverslag?
Slide 8 - Open question
Wat is het verschil tussen een feit en een mening?
Slide 9 - Open question
Wat is het verschil tussen een argument en een tegenargument?
Slide 10 - Open question
Wat betekent weerleggen?
Slide 11 - Open question
Verzin een argument op de stelling: Scholen zouden gratis eten moeten geven aan leerlingen en docenten!