Aan de slag : nieuwe datum toets & thema 4 afronden
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Stevigheid en beweging
Herhaling : Video & Quiz
Aan de slag : nieuwe datum toets & thema 4 afronden
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen
Slide 3 - Quiz
Het skelet van een baby bestaat uit ongeveer...?
A
100 botten
B
350 botten
C
206 botten
D
75 botten
Slide 4 - Quiz
Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten
Slide 5 - Quiz
Waaruit bestaat de wervelkolom?
A
wervels
B
wervels, heiligbeen
C
wervels, staartbeen, borstbeen
D
wervels, heiligbeen, staartbeen
Slide 6 - Quiz
Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag
Slide 7 - Quiz
Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen
Slide 8 - Quiz
De biceps horen bij het...?
A
Spierstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Skelet
Slide 9 - Quiz
Wat wordt aangegeven met 2?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen
Slide 10 - Quiz
Wat wordt aangegeven met 1?
1
2
3
A
Wervelkolom
B
Borstbeen
C
Ribben
D
Sleutelbeen
Slide 11 - Quiz
Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad
2 = ribben
B
1 = sleutelbeen
2 = schouderblad
C
1 = schouderblad
2 = sleutelbeen
D
1 = ribben
2 = sleutelbeen
Slide 12 - Quiz
Waar vind je GEEN kraakbeen in je lichaam?
A
Het oor
B
De neus
C
De onder- en bovenkaak
D
De wervelkolom
Slide 13 - Quiz
Hoe zitten de botjes van de vingers aan elkaar vast?
A
Naden
B
Kraakbeen
C
Vergroeid
D
Gewrichten
Slide 14 - Quiz
Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
Met gewrichten
B
Door naden
C
Met kraakbeen
D
Ze zijn vergroeid
Slide 15 - Quiz
Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen
Slide 16 - Quiz
Gewrichtskogel
Gewrichtskom
Gewrichtkapsel
Gewrichtsmeer
Kraakbeenlaagje
Slide 17 - Drag question
Welke spieren vormen een antagonistisch paar?
Spier 1 en ....
Spier 2 en ....
1
2
3
4
Slide 18 - Drag question
Sleep de namen van de spieren naar de juiste plek.
Armstrekspier
Voorste dijspier
Kuitspier
Slide 19 - Drag question
Je moet heel erg nodig poepen, er is alleen geen wc in de buurt, dus je moet het ophouden. Zijn hierbij skeletspieren betrokken? En kan je de spieren bewust aansturen?
A
Geen skeletspieren bij betrokken, ook geen bewuste aansturing
B
Wel een skeletspier, en wel bewuste aansturing
C
Geen skeletspieren, spier is wel bewust aangestuurd.
D
Geen skeletspieren, alle spieren kan je bewust aansturen
Slide 20 - Quiz
Beenverbindingen
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
kraakbeen
Slide 21 - Drag question
Welke beenverbindingen zijn niet beweeglijk?
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Vergroeid
D
Naad
Slide 22 - Quiz
Hier zie je een schedel van een hond. Bij honden komen dezelfde beenverbindingen voor als bij mensen.
Welke beenverbinding komt voor in de schedel van een hond?
A
kraakbeen
B
naadgewricht
C
vergroeid
D
kogelgewricht
Slide 23 - Quiz
Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren
Slide 24 - Quiz
Bewegen is goed voor je ......
Meerdere antwoorden mogelijk
A
Spieren
B
Longen
C
Gewrichten
D
Hart
Slide 25 - Quiz
Hoe zitten de wervels aan elkaar vast?
A
Met een naadverbinding
B
Met gewrichten
C
Met een kraakbeenverbinding
D
Ze zijn vergroeid
Slide 26 - Quiz
Een voorbeeld van een kogelgewricht zijn de gewrichten in mijn vingers.