This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Break even
Slide 1 - Slide
TO betekent
A
Totale omzet
B
Totale onkosten
C
Totale onregelmatig
D
Totale openbare kosten
Slide 2 - Quiz
TCK
A
Totale constante opbrengst
B
Totale constante kosten
C
Totale constante inkoopkosten
D
Totale constante verkoopkosten
Slide 3 - Quiz
Afschrijving is...
A
Geld besteden aan machines
B
Waardevermindering van machines
C
Alle kosten per product
D
Productiefactoren
Slide 4 - Quiz
wat is het afschrijvingspercentage in procenten van de aanschafprijs?
Dus aanschafprijs € 8.000 afschrijving per jaar € 800.
A
10%
B
30%
C
20%
D
40%
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Open question
Break even
quitte
(bijvoeglijk naamwoord)
1. Zonder winst of verlies: ik speel net quitte
Slide 7 - Slide
Voorbeeld break even
Slide 8 - Slide
Stappenplan
Slide 9 - Slide
Break even in een grafiek
Slide 10 - Slide
Totale verwachte afzet: 4.000 hotdog Verkoopprijs: € 3,50 per hotdog Inkoopprijs: € 1,00 per hotdog Constante bedrijfskosten: in totaal € 4.500,- per jaar (onder andere afschrijvingskosten en rentekosten) Bereken de totale opbrengsten
Slide 11 - Open question
Totale verwachte afzet: 4.000 hotdog Verkoop opbrengst €14.000 Inkoopprijs: € 1,00 per hotdog Constante bedrijfskosten: in totaal € 4.500,- per jaar (onder andere afschrijvingskosten en rentekosten) Bereken de totale opbrengsten
Slide 12 - Open question
Totale verwachte afzet: 4.000 hotdog Verkoopprijs €3,50 Inkoopprijs: € 1,00 per hotdog Constante bedrijfskosten: in totaal € 4.500,- per jaar (onder andere afschrijvingskosten en rentekosten) Bereken de totale opbrengsten Hoe bereken je de TO
A
TO = 4500
B
TO= 1 x Q
C
TO = 3,50 x Q
D
TO= Q
Slide 13 - Quiz
Totale verwachte afzet: 4.000 hotdog Verkoopprijs €3,50 Inkoopprijs: € 1,00 per hotdog Constante bedrijfskosten: in totaal € 4.500,- per jaar (onder andere afschrijvingskosten en rentekosten) Bereken de totale opbrengsten Hoe bereken je de TVK
A
TVK= 3,50 x Q
B
TVK = 4500
C
TVK = 1 x Q
D
TVK = Q
Slide 14 - Quiz
Totale verwachte afzet: 4.000 hotdog Verkoopprijs €3,50 Inkoopprijs: € 1,00 per hotdog Constante bedrijfskosten: in totaal € 4.500,- per jaar (onder andere afschrijvingskosten en rentekosten) Bereken de totale opbrengsten Hoe bereken je de TCK
A
TCK = Q
B
TCK = 3,50
C
TCK= 1
D
TCK= 4500
Slide 15 - Quiz
Totale verwachte afzet: 4.000 hotdog Verkoopprijs €3,50 Inkoopprijs: € 1,00 per hotdog Constante bedrijfskosten: in totaal € 4.500,- per jaar (onder andere afschrijvingskosten en rentekosten) Bereken de totale opbrengsten Hoe bereken je de TK
A
TK= 1x Q + 4500
B
TK= 14000-4500
C
TK = 4500+1
D
TK = 4500 - 1
Slide 16 - Quiz
Totale verwachte afzet: 4.000 hotdog Verkoopprijs €3,50 Inkoopprijs: € 1,00 per hotdog Constante bedrijfskosten: in totaal € 4.500,- per jaar (onder andere afschrijvingskosten en rentekosten) Bereken de totale opbrengsten Hoe bereken je TO = TK
A
3,50xQ = 1Q+4500
B
3,50-4500=Q
C
1Q+3,50 =q+4500
D
4500+3,50 = 1 x Q
Slide 17 - Quiz
Totale verwachte afzet: 4.000 hotdog Verkoopprijs €3,50 Inkoopprijs: € 1,00 per hotdog Constante bedrijfskosten: in totaal € 4.500,- per jaar (onder andere afschrijvingskosten en rentekosten) Bereken de totale opbrengsten Bereken TO = TK
A
1800 Hot dogs
B
1600 Hot dogs
C
1500 Hotdogs
D
1700 hotdogs
Slide 18 - Quiz
TO Break even verkoopprijs 3,50 break even afzet 1800
Slide 19 - Open question
Verkoopprijs: € 150,- Variabele kosten per product: € 70,- Constante kosten: € 40.000,- TO x Q = VK x Q + TCK