Les 1

Domein A
Rekenvaardigheden
Stappen natuurwetenschappelijk onderzoek
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Domein A
Rekenvaardigheden
Stappen natuurwetenschappelijk onderzoek

Slide 1 - Slide

Domein B
zelfregulatie

Slide 2 - Slide

Stofwisseling in de cel
Homeostase
Transport
Assimilatie
Dissimilatie

Slide 3 - Slide

Homeostase
Je kunt kenmerken van bacteriën beschrijven.
Onderdelen + functie.
Voortplanting door celdeling.
Bestrijden met antibiotica.

Slide 4 - Slide

Homeostase
Havo 4, hoofdstuk 2
Onderdelen eukaryote cel + functie.
Beschrijven als zelfstandig functionerende eenheid ->kan alle levensverschijnselen vertonen.

Slide 5 - Slide

Homeostase: Eukaryote cel
Kan zichzelf in stand houden door uitvoeren van chemische reacties. Dus b.v. door Dissimilatie en Assimilatie kan een cel ATP maken, hierdoor energie om processen te laten verlopen.
Cellen reguleren zichzelf. Dus b.v. door osmose niet een te hoge zoutconcentratie.
Uitleggen terugkoppeling en homeostase.

Slide 6 - Slide

Negatieve terugkoppeling

Slide 7 - Slide

Transport
Havo 4, hoofdstuk 2
Passief en actief transport
Osmose

Slide 8 - Slide

celmembraan
Je lichaam streeft ernaar om de concentratie stoffen binnen en buiten de cel gelijk te houden. 
Dit kan door stoffen door het membraan te laten gaan door diffusie of osmose.

Slide 9 - Slide

Diffusie 

Slide 10 - Slide

celmembraan
semi permeabel

kleine stoffen kunnen er vrij doorheen

Slide 11 - Slide

Osmose
kleine stoffen kunnen door het celmembraan, maar grote niet.

Als hierdoor de concentratie binnen en buiten een cel verschilt kan dit niet door diffusie worden rechtgetrokken. Maar wel door een verschuiving van water.
Osmotishe waarde: hoeveel stof er opgelost is.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

cel
osmotische waarde=0,9%
Wat gebeurd er als je zuiver water toevoegd? 

Wat gebeurd er als je water toevoegd met een hogere concentratie?

Slide 14 - Slide

Waar is concentratie hoger?

Slide 15 - Slide

plantaardige cellen
hebben een celwand.
celwand = volledig permeabel (laat alles door)
celwand heeft dus dezelfde osmotische waarde als vocht buiten de cel. Binnen de cel is dit hoger, hierdoor stroomt water de cel in, waardoor de druk hoger wordt.
De druk binnen een plantaardige cel heet turgor, hierdoor is een plantencel stevig. 

Slide 16 - Slide

Plantencel
In omgeving met dezelfde osmotische waarde verliest de cel stevigheid.
In een omgeving met een hogere osmotische waarde gaat water de cel uit. Hierdoor laat het celmembraan los van de celwand, dit heet plasmolyse.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

passief transport
kost geen energie
verloopt altijd door een concentratieverschil
osmose en diffusie


Slide 20 - Slide

Actief transport, tegen concentratiegradiënt in. Kost ATP.
gaat tegen de concentratiegradiënt in
kost wel energie

Slide 21 - Slide

exo/endocytose
Exocytose:afsnoeren blaasjes (actief)
Endocytose: opnemen stoffen
-> endosoom.
Voeding opnemen: fagocytose

Slide 22 - Slide

Examenopgaven
https://biologiepagina.nl/ExamenHAVO/Cellen/examencellen.htm

Slide 23 - Slide

Assimilatie en Dissimilatie
Havo 5 hoofdstuk 1

Slide 24 - Slide

Assimilatie =

Opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen (kunnen zowel organisch als anorganisch)

Dit kost energie.
Dissimilatie=

afbreken van grote organische moleculen tot kleine moleculen.

Dit levert energie.
Deze energie wordt gebruikt voor verschillende doeleinden.


Slide 25 - Slide

Energie
De energie in een verbinding binnen een molecuul noem je chemische energie.
Bij verbranding kan dit worden omgezet in
bewegingsenergie
elektrische energie
warmte
lichtenergie
chemische energie

Slide 26 - Slide

ATP
Dissimilatie bestaat uit een keten van reacties.

De energie uit verbranding wordt vaak opgeslagen in ATP.

Slide 27 - Slide

Bs 3 Dissimilatie
Verbranding is een voorbeeld van dissimilatie.
Komt energie bij vrij ->vastgelegd in ATP

Dissimilatie vindt continu plaats.
Kan met zuurstof (aeroob) of zonder (anaeroob).
Anaerood noem je ook wel gisting, hierbij kan melkzuur ontstaan.

Slide 28 - Slide

Aerobe dissimilatie glucose
In mitochondriën

Reactievergelijking verbranding glucose:
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie

Slide 29 - Slide

Aerobe dissimilatie glucose
In mitochondriën

Reactievergelijking verbranding glucose:
C6H12O6 + 6 O2 -> 6CO2 + 6 H2O + energie

Slide 30 - Slide

Anaerobe dissimilatie glucose
Sommige organismen melkzuurgisting:
C6H12O6 -> 2C3H6O3 (melkzuur) + energie

Sommige organismen alcoholgisting:
C6H12O6 -> 2 C2H6O (ethanol) + 2CO2 + energie

Slide 31 - Slide

dissimilatie vetten/eiwitten
Vetten leveren meer energie dan koolhydraten of eiwitten. 

Eiwitten moeten eerst worden gesplitst in aminozuren. Bij dissimilatie van eiwitten komt ammoniak vrij, dit wordt omgezet in ureum. Dit wordt met urine uitgescheiden. 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

Slide 34 - Link