A2b - Periode 3 - H5 - Les 8 - HGA (23-02-2022)

Bienvenidos
Lección 8 P3
VWO 2
Sra. Hoogland
¿Qué día y qué fecha es hoy?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos
Lección 8 P3
VWO 2
Sra. Hoogland
¿Qué día y qué fecha es hoy?

Slide 1 - Slide

Información
1. S.O. terug + toets terug > bekijk goed
2. Wie moet S.O. nog inhalen?
2. Docente heeft andere vraag aan leerling over inhalen toets

Slide 2 - Slide

Programa de hoy

  • DEBERES (15)
  • Extra uitleg taaldorp? Evt
  • COMIC + ESCUCHAR
  • FRASES CLAVE 3, hablar + escribir (20-25)
  • Evt. LEER la moda: fuente H voc. p. 45-46 oef 21-22 (20 min, evt thuis)
  • Deberes y evaluación

Slide 3 - Slide

DEBERES (15)
Leren: 
- vocab 5.5, > SPINNER
- gram nr 9 (aanw vnw)  > herhalen, wie weet het nog?
- frases clave 3 

maken: 
- voc. p. 21-22 oef 30abc (aanw vnw) > zie slide
- alle geschreven conversatie 3+4 afmaken p. 25+26; > Zie slides
- p.51-52 leestekst H oef 21-22 > Zie slide
-> vervolg: hablar voc. p.44 oef 8b

Slide 4 - Slide

Voc. p. 21-22 oef 30abc (aanw vnw)
30a
  1. esa
  2. este
  3. ese
  4. estas
  5. esas
  6. esto
30b
  1. ese plato
  2. este queso
  3. esta película
  4. esa muchacha
  5. este pastel de chocolate
30c
  1. esta semana
  2. esta tarde
  3. esta noche
  4. esa película
  5. esas tortillas

Slide 5 - Slide

Conversación 3 p. 25: en la tienda de regalos
  1. Buenos días / Buenas tardes / Hola.
  2. ¿Hay regalos para niños?
  3. ¿Es para un niño/chico o para una niña/chica?
  4. Busco algo para una niña/chica.
  5. Tenemos juegos, libros y relojes.
  6. El juego me gusta. Lo compro. / Compro el juego.
  7. Pago en metálico. / Pago al contado.
  8. Gracias, hasta luego.

¡OJO! Er zijn meerdere manieren om dit te zeggen. Vraag de docente of jouw zin klopt.

Slide 6 - Slide

Conversación 4 p. 26 En la tienda de deportes
1. Buenas tardes
2. ¿Cuánto valen las zapatillas de deporte?
      - Estas zapatillas valen setenta y tres euros con cincuenta.
3. Uf, qué caros, es demasiado. 
4. ¿Y esos calcetines de fútbol?
      - Cuestan ocho euros.
5. ¿Tienen los calcetines en la talla cuarenta, en rojo?
      - Sí, claro. 
6. ¿Puedo pagar con tarjeta? 
      - Está bien, no hay problema.
7. Muchas gracias, hasta luego.
¡OJO! Er zijn meerdere manieren om dit te zeggen. Vraag de docente of jouw zin klopt.

Slide 7 - Slide

Leestekst H p.51-52 oef 21-22
21a
1. Spaanse mode
2. De ondertitel
3. Blanco

21b
1.b, 2.a, 3.b, 4.a, 5.b
22a
2. blank/wit (NL/FR)
3. het publiek (NL)
4. de collectie (NL/ENG)
5. de broek (ENG)
6. de man (FR)
7. de accesoire (NL/ENG/FR)

22b
1.c, 2.e, 3.d, 4.a, 5.b, 6.f

Slide 8 - Slide

herhaling UITLEG TAALDORP

A2b: 25 februari (aanstaande vrijdag)

  1. Je hebt een winkel en richt deze als groepje in met 5-8 artikelen die je meeneemt naar school (groepjes worden samengesteld in de volgende les).
  2. Zorg dat je weet hoe de artikelen heten in het Spaans.
  3. Je bereidt 5 winkelgesprekken voor (in je vocabulario). 
  4. Je moet in staat zijn beide rollen te spelen: koper en verkoper.
  5. Bij het taaldorp ben je verkoper in je eigen winkel, maar je gaat ook winkelen bij anderen

Bekijk de voorbeeldgesprekken: TB p. 71 en p. 75 (cómic)



Slide 9 - Slide

Groepsindeling winkeltjes
  1. La librería / videojuegos: 4 leerlingen
  2. La tienda de deportes : 4 leerlingen
  3. La tienda de regalos: 4 leerlingen
  4. La tienda de ropa: 4 leerlingen
  5. La tienda de deportes/ropa: 4 leerlingen
  6. La zapatería: 4 leerlingen
  7. La papelería: 4 leerlingen

We lopen de groepsindeling nog een keer na > Zie het bestand in classroom
Iedereen die er vorige les niet was ook akkoord?

Slide 10 - Slide

El cómic (TB. p.75) 
'La peña del garaje'

Beantwoord in het Nederlands, in je schrift:
imagen 1: Wat gaat de jongen kopen en wat vindt hij van de prijs?
imagen 2: Wat vraagt het meisje aan de verkoper?
imagen 3: Waar in de winkel vind je de T-shirts?
imagen 5: Waarom zegt de jongen 'Perfecta' en niet 'Perfecto' ?
imagen 7: Wat bedoelt het meisje met '¿Tú también'?
Wat wordt er bedoeld met de titel '¡Qué original!' ?

timer
7:00

Slide 11 - Slide

PRONUNCIACION (12)
10 minutos en clase
- Luister naar het fragment (54) bij VOC p.31 
- Noteer de 9 woorden die je hoort (maak een genummerd lijstje)
- De docente pauzeert het fragment na ieder woord

pista 54
pista 55

Slide 12 - Slide

FRASES CLAVE 3, hablar + escribir
7 minutos individual + 7 minutos en parejas:
- (af)schrijven conversación 5: p. 27
- Gebruik frases clave 3 hiervoor, pas de zinnen evt. aan 
- Voer daarna het gesprekje met zijn tweeën
timer
7:00

Slide 13 - Slide

Conversación 5 p. 27 En la zapatería
1. Hola, buenas tardes.
2. ¿Dónde están las botas?
       - Las botas están al fondo.
3. Me gustan las botas marrones.
4. ¿Cuánto valen? / ¿Cuánto cuestan?
       - Cuestan ochenta y cinco euros.
5. No son caras. / No es caro.
6. Las compro. / Compro las botas marrones. / Me las llevo.
7. Pago en metálico. / Pago al contado.
8. Adiós, hasta luego.

¡OJO! Er zijn meerdere manieren om dit te zeggen. Vraag de docente of jouw zin klopt.

Slide 14 - Slide

Tijd over? Leesvaardigheid
10 minutos en parejas:
Maak TB. p. 77 Oef. 1 en maak de tabel links compleet.




Daarna: voorbereiden taaldorp aanstaande vrijdag

Slide 15 - Slide

Evaluatie

Ik begrijp de lesstof....
A
onvoldoende
B
redelijk
C
voldoende
D
goed

Slide 16 - Quiz

Hoe goed ben je voorbereid op het taaldorp?
En hoe ga je jezelf verder voorbereiden?

Slide 17 - Open question

Deberes para la próxima clase
Taaldorp in de klas. je hebt met je groepje een winkeltje en je moet je klanten te woord staan. Je gaat zelf ook winkelen bij andere groepjes. Je krijgt een boekje met gesprekjes. De instructie staat er in het Nederlands, en je moet die gesprekjes in het Spaans kunnen voeren. De uitleg hiervoor heb je in de lessen gehad.

leren:
- frases clave voc. p.7 t/m 9
- de vijf conversaciones, voc. p.23 t/m 27
- vocab 5.4 en 5.5

Slide 18 - Slide