1TH Kern Les 77: Bijwoordelijke bepaling

Welkom klas 1!
Pak je leesboek er vast bij.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom klas 1!
Pak je leesboek er vast bij.

Slide 1 - Slide

Deze les...
- Stil lezen
- Doelen doornemen
- Les 76: Meewerkend voorwerp bespreken
- Uitleg en oefening Les 77: Bijwoordelijke bepaling
- Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Stil lezen
Pak je boek
en ga
lekker lezen.

Slide 3 - Slide

Stappenplan zinnen ontleden
  1. Zoek de persoonsvorm
    - Tijd veranderen
  2. Zinsdelen maken
    - Zinsdeelproef: wat kan allemaal voor de pv?
  3. Onderwerp
    - Wie/ wat + pv = onderwerp
  4. Werkwoordelijk gezegde
    - Alle werkwoorden (incl. PV)
    - 'te / aan het' horen er ook bij
    - Let op splitsbare werkwoorden (belde, op --> opbellen)
  5. Lijdend voorwerp
    - Wie/ wat + WG + OW = lijdend voorwerp
    - Niet elke zin heeft LV
    - Begint nooit met v.z. (op de kast / tijdens het feest)
  6. Meewerkend voorwerp 
    - Aan/voor wie/wat + wg + ow + lv?
    - Geen LV? Geen MV
  7. Bijwoordelijke bepaling

Gister heb ik mijn potlood aan Bas gegeven. 

PV = heb
OW = ik
WG = heb gegeven
LV = mijn potlood
MV = aan Bas
BWB = gister

Slide 4 - Slide

Doelen
- Ik kan de pv in een zin aanwijzen.
- Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.
- Ik kan het ow in een zin aanwijzen.
- Ik kan het wg in een zin aanwijzen.
- Ik kan het lv in een zin aanwijzen.
- Ik kan het mv in een zin aanwijzen.
- Ik kan de bwb('s) in een zin aanwijzen.

Slide 5 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
  • Eerder gevonden zinsdelen: persoonsvorm, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp , meewerkend voorwerp.
  • Wat overblijft is meestal de bijwoordelijke bepaling (bwb).
  • Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als wanneer, waar, waarmee, hoe, door wie, met wie enzovoort:

Slide 6 - Slide

Les 77: Bijwoordelijke bepaling (bwb)
- De bijwoordelijke bepaling (bwb) geeft extra informatie.
- De bwb geeft bijvoorbeeld aan wanneer (tijd), waar (plaats) of waarom
   (reden) iets gebeurt.
- De bwb vind je door te vragen: Waar? Wanneer? Waarom? Met wie/wat?
- De vraagwoorden die je gebruikt om bwb's te vinden, zijn zelf ook een bwb.
- 'Losse woorden' in een zin zijn ook bwb's: soms, wel, niet, misschien, toch,
   ook, zelfs, waarschijnlijk.
- Let op! In een zin kunnen meerdere bwb's voorkomen.

Slide 7 - Slide

Les 77: Bijwoordelijke bepaling (bwb)
> Monique en Mirjam gaan morgen pizza's eten in de stad.
                                                       bwb (tijd)                       bwb (plaats)

> Vanwege het zware onweer gaat de Avond4Daagse niet door.
                bwb (reden)                                                         bwb ('los' woordje)

Slide 8 - Slide

Les 77: Bijwoordelijke bepaling (bwb)
> Gisteren heeft klas 1C ook een repetitie Frans gemaakt.


> Waarom wil Frank die lekkere koekjes niet proeven?

Slide 9 - Slide

Les 77: Bijwoordelijke bepaling (bwb)
> Gisteren heeft klas 1C ook een repetitie Frans gemaakt.
   bwb (tijd)               bwb ('los' woordje)

> Waarom wil Frank die lekkere koekjes niet proeven?
bwb (vraagwoord)                             bwb ('los' woordje)

Slide 10 - Slide

Wat is de bwb?

Morgen wil mijn moeder een nieuwe broek voor mij kopen.
A
Morgen
B
mijn moeder
C
een nieuwe broek
D
voor mij

Slide 11 - Quiz

Wat is de bwb?

Silvan heeft op de stoep een biljet van tien euro gevonden.
A
Silvan
B
heeft gevonden
C
op de stoep
D
een biljet van tien euro

Slide 12 - Quiz

Wat is de bwb?

Op moederdag geeft Mariska haar moeder een prachtige bos bloemen.
A
Op moederdag
B
Mariska
C
haar moeder
D
een prachtige bos bloemen

Slide 13 - Quiz

Wat is de bwb?

In de binnenstad wordt een groot feest georganiseerd.
A
In de binnenstad
B
wordt
C
een groot feest
D
wordt georganiseerd

Slide 14 - Quiz

Wat is de bwb?

Heeft Yolanda al verkering gevraagd aan Stefan?
A
Yolanda
B
al
C
verkering
D
aan Stefan

Slide 15 - Quiz

Wat is de bwb?

Vanwege reparatiewerkzaamheden was de stadsbrug afgesloten.
A
Vanwege reparatiewerkzaamheden
B
was
C
de stadsbrug
D
was afgesloten

Slide 16 - Quiz

Ik kan de bijwoordelijke bepaling(en) in een zin aanwijzen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Aan de slag!
Werkblad maken

Slide 18 - Slide