Les 10 Taalverzorging par. C + D + schrijfdossier start opdr. 4
Lesplanning
* stillezen in je leesboek
* uitleg taalverzorging par. C werkwoordspelling (keuze)
* uitleg schrijfdossier opdr. 5 en 6
* oefenen taalverzorging par. C en D
* huiswerk + afsluiting
Lesdoel
Aan het eind van de
les kan/weet ik:
* de regels van werkwoordspelling en samenstellingen.
* wat ik moet doen voor de verschillende opdrachten van het schrijfdossier.
timer
10:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 16 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Lesplanning
* stillezen in je leesboek
* uitleg taalverzorging par. C werkwoordspelling (keuze)
* uitleg schrijfdossier opdr. 5 en 6
* oefenen taalverzorging par. C en D
* huiswerk + afsluiting
Lesdoel
Aan het eind van de
les kan/weet ik:
* de regels van werkwoordspelling en samenstellingen.
* wat ik moet doen voor de verschillende opdrachten van het schrijfdossier.
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Taalverzorging par. C en D
Keuze:
1. Korte uitleg volgen over ww-spelling.
of
2. Zelfstandig werken aan opdrachten van deze paragraaf (tot de klassikale uitleg afgelopen is) en paragraaf D.
par. C opdr. 2 t/m 7
par. D opdr. 2 t/m 5
Slide 2 - Slide
Persoonsvorm tt (pvtt)
De persoonsvorm is het werkwoord dat zich vormt naar het onderwerp van een zin.
Slide 3 - Slide
Persoonsvorm tt (pvtt)
Hoe vind je de pv?
Maak de zin vragend. -> 1e ww is pv
Zet de zin in een andere tijd -> ww dat verandert is pv
Verander van getal -> ev / mv -> ww dat verandert is pv
Slide 4 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Bij de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, ga je uit van de ik-vorm.
Let op! De ik-vorm is niet hetzelfde als de stam!
Slide 5 - Slide
Hoe vind je de ik-vorm?
Je haalt van het hele werkwoord -en af. Je houdt de stam over.
(hele werkwoord = infinitief)
Voorbeeld: werken - en = werk
Voorbeeld: raden - en = rad
Ik rad? Nee! Ik raad
Soms moet je letters toevoegen of weglaten om de juiste ik-vorm te krijgen.
Slide 6 - Slide
PVTT met -d / -dt
Bij pvtt is vaak de keuze tussen -d en -dt een probleem.
Je hoort het verschil tussen -d en -dt niet, maar je schrijft het wel.
Alleen bij ww met in de infinitief een d voor de uitgang -en, zoals aanmelden, antwoorden en landen.
Slide 7 - Slide
-d of -dt?
Bepaal eerst het onderwerp dat bij de persoonsvorm hoort.
Kies vervolgens voor -d:
als het onderwerp het woord ik is.
Ik laad mijn telefoon op. Antwoord ik voor mijn beurt?
als het onderwerp het woord jij of je is dat achter de persoonsvorm staat.
Meld jij ons even aan?
Slide 8 - Slide
-d of -dt?
Kies voor -dt:
in alle andere gevallen in het enkelvoud.
Het vliegtuig landt om drie uur. Je laadt mijn iPad toch wel op tijd op?
De docent raadt je (= jou) aan goed te leren voor de so. Welke minister beantwoordt de vraag?
Slide 9 - Slide
Bij werkwoorden met in de infinitief geen d voor de uitgang -en krijg je dus nooit -dt: vormen als *huurd of *maakdt bestaan niet, want in huren en maken zit geen d.
In de verleden tijd komt ook geen -dt voor.
Slide 10 - Slide
Opdrachten OB
Taalverzorging
par. C opdr. 2 t/m 7
par. D opdr. 2 t/m 5
Wat je niet afkrijgt, is huiswerk voor
de volgende les.
timer
15:00
Slide 11 - Slide
Schrijfdossier
Uitleg opdracht 5 en 6
Slide 12 - Slide
Opdracht 5
Dilemma kiezen:
redenatie is
belangrijk
Slide 13 - Slide
Opdracht 6 interview
Je interviewt iemand die je bewondert (maar geen familie tenzij je toestemming hebt van mij).
Denk hierover na en start met voorbereiden.
Maak een afspraak voor het interview en stel je vragen op. Het mag ook een telefonisch of online interview zijn.
Lees de instructies bij opdracht 6 goed door!
Slide 14 - Slide
Schrijfdossier
Ga verder waar je gebleven bent met de opdrachten. Je werkt vanaf nu zelfstandig en volgens je eigen planning aan de opdrachten. Tijdens de les krijg je regelmatig tijd om hiermee bezig te zijn.
Denk eraan om op tijd feedback te krijgen van je klasgenoten op elke opdracht, dan kan je jouw tekst(en) indien nodig nog aanpassen.