2.4 Grieks-Romeinse cultuur

   Welkom!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

   Welkom!

Slide 1 - Slide

Herhaling 2.3
Chronologie
De volgende gebeurtenissen over het Romeinse Rijk staan in willekeurige volgorde:
A) Carthago in Noord-Afrika wordt verslagen en met de grond gelijk gemaakt.
B) De Romeinen verslaan omliggende steden in Italië.
C) Griekenland wordt aan het Romeinse Rijk toegevoegd.
D) Val van het Oost-Romeinse Rijk
E) Val van het West-Romeinse Rijk
F) Julius Caesar verovert Gallië en Romeinse legioenen worden gevestigd aan 
de Rijn, die als grens gaat dienen.
Zet de gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde.

Slide 2 - Slide

Wat hebben deze gebouwen gemeen?
x





                Parthenon                           Flavisch Amfitheater (Colosseum)                          Pantheon

Slide 3 - Slide

En deze beelden?

Slide 4 - Slide

Programma
  • Herhaling 2.3
  • Leerdoelen 2.4
  • Uitleg 2.4 leerdoelen 1-2
  • Geschiedenistoets en HOUD
  • Weektaak/ vragen
  • Afsluiting

Slide 5 - Slide

2.3 Het Imperium Romanum



6. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur. 

Slide 6 - Slide

2.4 Grieks-Romeinse cultuur
Vanaf 4e v.Chr. Romeinen in contact met Griekse cultuur.
  • wijn, olijfolie, munten en schrift
  • Griekse goden
  • architectuur

146 v.Chr. Griekenland verovert door de Romeinen
 

Slide 7 - Slide

2.4 Grieks-Romeinse cultuur
Architectuur:
  • zuilen
  • architraaf
  • kapitelen
  • timpaan
Oorzaken Griekse beïnvloeding:
  • hoogstaande Griekse kunst werd als oorlogsbuit meegenomen en gekopieerd.
  • hoogontwikkelde Griekse slaven brachten als leraar, arts of schrijver de Griekse cultuur en wetenschap over op de Romeinen.
Aanpassingen: vooraanstaande Romeinen werden niet naakt afgebeeld (beeldhouwkunst) en beton en boogconstructies (architectuur en bouwkunst)

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
2.4 Grieks-Romeinse cultuur
1) Ik kan uitleggen waardoor zich in het Romeinse Rijk een Grieks-Romeinse
mengcultuur verspreidde.
2) Ik kan de vormentaal van Grieks-Romeinse beeldhouwkunst en architectuur
beschrijven en herkennen.


Slide 9 - Slide

Leerdoelen
1) Ik weet hoe ik een geschiedenistoets moet voorbereiden en wat ik kan
     verwachten.

2) Ik kan open vragen volgens de HOUD-structuur beantwoorden.

3) Ik weet hoe ik een chronologievraag moet beantwoorden.


Slide 10 - Slide

Geschiedenistoets
Kennen en kunnen:
  • Leerdoelen H1-H2 (2.1-2.4)
  • Kenmerkende aspecten 1 t/m 7
  • Begrippen en jaartallen H1-H2 (2.1-2.4)
  • Feniks, schrift (aantekeningen) en presentaties

Slide 11 - Slide

Geschiedenistoets
Vragen beantwoorden 1/2
  • Lees de vraag goed door en onderstreep de instructiewoorden. (Uit onderzoek blijkt dat je beter scoort als je instructiewoorden onderstreept!) Instructiewoorden zijn: beschrijf, noem, verklaar, leg uit, geef het verband aan tussen, toon aan, enzovoort. Schrijf altijd een toelichting op je antwoord bij open vragen en leg je antwoord duidelijk uit!
  • Markeer puntwoorden. Puntwoorden zijn: personen, begrippen (trias politica), gebeurtenissen (Val van de Berlijnse Muur) en verschijnselen (industrialisatie).
  • Neem de structuur van een vraag over in het antwoord. Maak duidelijk onderscheid tussen verschillende deelvragen. Zo voorkom je onvolledige antwoorden.

Slide 12 - Slide

Geschiedenistoets
Vragen beantwoorden 2/2
  • Geef niet meer antwoorden dan er gevraagd worden. Alleen de eerste antwoorden tellen.
  • Begin je antwoord door de vraag (gedeeltelijk) te herhalen en maak gebruik van de puntwoorden in je antwoord door ze uit te leggen/ te beschrijven.
  • Wees duidelijk en concreet. Dus niet hij maar Willem van Oranje en niet dingen werden uitgevonden, maar het kompas werd uitgevonden. Vermijd 'ze'!
  • Tip! Beantwoord een bronvraag als volgt:
       In de bron lees ik dat (citeren uit bron)/ zie ik (beeldelement noemen) en dat betekent dat ...
       Verwijs dus duidelijk naar de bron en vergeet niet het verband tussen je antwoord en de      
       bron toe te lichten!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

HOUD-structuur







- Met het verlenen van privileges bevorderde Margaretha de internationale handelspositie 
van Brugge, omdat kooplieden uit andere landen gestimuleerd werden om zich in Brugge te  vestigen. Daarom was er sprake van een economische verandering.

Slide 15 - Slide

Chronologie

  • Zoek naar begrippen, personen, gebeurtenissen, verschijnselen of 
       ontwikkelingen die je kunt koppelen aan een kenmerkend aspect.

  • Markeer één of twee per gebeurtenis.

  • Schrijf een inschatting van de eeuw of het jaar erachter. 

Slide 16 - Slide

Chronologie

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
1) Ik weet hoe ik een geschiedenistoets moet voorbereiden en wat ik kan
     verwachten.

2) Ik kan open vragen volgens de HOUD-structuur beantwoorden.

3) Ik weet hoe ik een chronologievraag moet beantwoorden.


Slide 18 - Slide

2.4 Grieks-Romeinse cultuur
Aan de slag
- Wat? Weektaak
- Hoe? Zelfstandig in stilte.
- Klaar? Bereid je voor op de toets.

Slide 19 - Slide