Periode 2 - Anatomie: Circulatie

1 / 45
next
Slide 1: Slide
anatomie en fysiologieMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Pericard
Endocard
Myocard
De binnenkant van de hartwand
Hartspier
hartzakje om het hart heen.

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Sleep naar de juiste plek
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker boezem
Linkerkamer

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is de medische benaming voor
hartkamer?
A
atrium
B
ventrikel
C
septum
D
coronair

Slide 12 - Quiz

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Coronairen
Holle ader 
Aorta
Longslagader
Longader

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 18 - Quiz

Waardoor wordt het hart gescheiden in een linker- en rechter harthelft?
A
atrium
B
ventrikel
C
septum
D
coronair

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Bloedvatwand ->3 lagen
Binnenste laag:
  • Glad endotheel. 
  • Vormt scheiding tussen het bloed en de rest van de weefsels. 

Middelste laag:
  • Glad spierweefsel, kan samentrekken en ontspannen. Vasoconstrictie/Vasodilatatie 
  • Bij slagaders dikker dan bij aders. 

Buitenste laag:
  • Bindweefsel,
  • Stevigheid aan het bloedvat en zijn elastisch

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Welke laag in bloedvatwand kan samentrekken en ontspannen
A
Binnenste
B
Middelste
C
Buitenste

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Hoe noemen we kleine slagaders?
A
Arteriolen
B
Capillairen
C
Venolen
D
Coronairen

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Kenmerken van venen
  1. Het bloed stroomt naar het hart toe.
  2. Het vat klopt niet.
  3. Venen liggen meestal aan de oppervlakte.
  4. De druk van het bloed is laag.
  5. Bij een verwonding stroomt het bloed er langzaam uit.
  6. De wand is dun.
  7. Het bloed stroomt langzaam.
  8. Aders hebben kleppen.
  9. De navelstrengader is zuurstofrijk.
  10. Het bloed is zuurstofarm (behalve in de kleine bloedsomloop).
  11. De longader is zuurstofrijk. 

Slide 33 - Slide

Kenmerken arterie
  1. Het bloed stroomt weg van het hart.
  2. Bij iedere hartslag zet het vat even uit (hij klopt).
  3. Arteriën liggen meestal diep in het lichaam.
  4. De druk van het bloed is hoog.
  5. De wand is dik.
  6. Het bloed stroomt snel.
  7. Slagaders hebben geen kleppen.
  8. Navelstrengslagader is zuurstofarm.
  9. Het bloed is zuurstofrijk (behalve in de kleine bloedsomloop.
  10. De longslagader is zuurstofarm. 

Slide 34 - Slide

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 35 - Drag question

Wat zijn arteriën?
A
Aders
B
Slagaders

Slide 36 - Quiz

Wat is een andere naam voor aders?
A
Arteriën
B
Venen

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

Bij welke bloedsomloop horen de haarvaten van de longen?
A
Bij de grote bloedsomloop
B
Bij de kleine bloedsomloop
C
Bij de kleine en grote bloedsomloop

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Video

Slide 41 - Slide

Welke bloedvatwanden zijn doorlaatbaar?
A
Alleen de wanden van arteriën
B
De wanden van de capillairen
C
Alleen wanden van venen
D
Alle bloedvatwanden

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Slide

Afsluiting
Ik ben weer een stukje wijzer geworden
Ik wist al veel
Ik vond het een lastige les
Ik heb nog een aanvulling op wat er verteld is
Ik wil nog iets mededelen/vragen

Slide 44 - Poll

Slide 45 - Slide