2.7 seksualiteit en 2.8 erfelijkheidsonderzoek

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 7

2.7 seksualiteit en 2.8 erfelijkheidsonderzoek

Laatste biologie les voor de toets!

De samenvatting & D-toets met antwoorden zitten in je actualiteiten map! Gebruik dit om te leren voor je toets

Deze les:
-uitleg 2.7 en 2.8
-opdrachten maken

2.7 seksualiteit 

Vorige les (2.6): 
nadelen van seks (SOA en ongewenste zwangerschap)

Deze les (2.7):

Voordelen van seks 

3 redenen om seks te hebben

1) voortplanting
= kinderen krijgen

2) intimiteit

= je verbonden voelen met iemand

3) lustbeleving

= seksualiteit geeft mensen plezier, het windt mensen op

Seksueel gedrag

 =alle gedachten, gevoelens en handelingen die met lust en opwinding te maken hebben.

Meer dan alleen "echte seks" (penetratie)!
Seksueel gedrag is ook...:

Seksuele oriëntatie

= tot welk geslacht iemand zich seksueel aangetrokken voelt.

Geslacht 

= Lichamelijke kenmerken

Bij een transgender persoon komt de genderidentiteit (gevoel) niet overeen met het geslacht (lichaam).

Genderidentiteit

= De rol die een jongen of meisje krijgt, vaak cultuurbepaald.

Seksueel geweld en misbruik

 incest, ongewenste intimiteiten, aanranding,  en verkrachting. 

Zonder toestemming is aanraking verboden. 

2.8 erfelijkheidsonderzoek

De meeste kinderen worden gezond geboren. Helaas zijn er ook kinderen met een aangeboren ziekte of aangeboren afwijking. Sommige daarvan zijn erfelijk.

Drager
= iemand met de informatie voor een ziekte op één chromosoom maar zelf niet ziek

Genetisch advies
= advies na onderzoek naar erfelijke afwijkingen

Prenataal onderzoek

= Onderzoek naar afwijkingen bij een ongeboren kind.

Bij embryo’s en foetussen kan ook erfelijkheidsonderzoek worden gedaan. Hiermee kun je al vóór de geboorte van een kind ziekten en/of afwijkingen vinden.