KA23 - Het streven van vorsten naar absolute macht

Thema 2 - De strijd om de macht
KA 23 - Het streven van vorsten naar absolute macht
Tijd van steden en staten 1000 - 1500
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 2 - De strijd om de macht
KA 23 - Het streven van vorsten naar absolute macht
Tijd van steden en staten 1000 - 1500

Slide 1 - Slide

tijdvak 3: tijd van monniken en ridders (500-1000) / vroege Middeleeuwen

11. de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
12. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur. 
tijdvak 4: tijd van steden en staten (1000-1500) / hoge en late Middeleeuwen

13. de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane
samenleving;
14. de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden;
15. het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het
primaat behoorde te hebben;
16. de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten;
17. het begin van staatsvorming en centralisatie. 
KA 23 - Het streven van vorsten naar absolute macht

Slide 2 - Slide

tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw

23. het streven van vorsten naar absolute macht; 

tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) / eeuw van de Verlichting/ 18e eeuw

27. rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen;
28. voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte
wijze vorm te geven (verlicht absolutisme);
30. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten,
grondrechten en staatsburgerschap. 
KA 23 - Het streven van vorsten naar absolute macht

Slide 3 - Slide

Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Terugblik
Een middeleeuwse miniatuur van Filips de Goede: een Bourgondische hertog die voor het eerst vertegenwoordigers van al zijn gewesten bij elkaar liet komen op een centrale plaats om daar gezamenlijk te vergaderen.

Leg uit dat deze bron gebruikt kan worden om zowel continuïteit als verandering ten opzichte van het feodale stelsel te illustreren.
KA 23 - Het streven van vorsten naar absolute macht

Slide 4 - Slide

Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Terugblik
Antwoord:

Continuïteit: net als in het feodale stelsel had de
adel het voor het zeggen; een hertog is een
adellijke titel. Door de opkomst van de
geldeconomie en door centralisatie, werden die
posities steeds vaker vervuld door niet-adellijke
ambtenaren.
Verandering: de bron laat wel degelijk verandering
zien, omdat er in het feodale stelsel veel minder sprake was van centralisatie. Zoals het onderschrift
bij de bron al verraadt was Filips de Goede een van
de eerste hertogen die op die manier zijn
gewesten bestuurde.
KA 23 - Het streven van vorsten naar absolute macht

Slide 5 - Slide

Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Leerdoel
  • Je kunt uitleggen hoe vorsten in verschillen Europese landen er, in meer of mindere mate, in slaagden absolute macht te verwerven.
KA 23 - Het streven van vorsten naar absolute macht

Slide 6 - Slide

Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Frankrijk in de tijd vóór Lodewijk XIV
Met 19 miljoen inwoners was Frankrijk een relatief groot land in Europa.

Politiek en economisch toch een kleine rol, reden:

  • Veel gebruiken uit de middeleeuwen
  • rechtspraak in handen lokale raden, aangestuurd door plaatselijke adel
  • Elke regio eigen regels en wetten
  • steden en edelen bepaalde privileges
  • belastingen en munten verschillen per regio (ongunstig voor handel.
KA 23 - Het streven van vorsten naar absolute macht

Slide 7 - Slide

Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Mazarin en La Fronde
Toen Koning Lodewijk XIII overleed, was zijn opvolger Lodewijk XIV nog maar 5 jaar oud. Te jong om zelf te regeren. 

Zijn moeder wordt regentes, maar de echte macht kwam te liggen bij kardinaal Mazarin.

Afwezigheid sterke vorst voor adel mogelijkheid om eigen macht te vergroten.

De adel komt in opstand ('La Fronde'). Deze opstand mislukt maar maakt grote indruk op Lodewijk. Zijn vertrouwen in de adel was er voorgoed door aangetast.

Mazarin sterft als Lodewijk 22 is. Vanaf dan neemt hij zelf de macht over.
KA 23 - Het streven van vorsten naar absolute macht

Slide 8 - Slide

Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Staatsvorming
Lodewijk was vastbesloten om de macht van de adel te beperken en om Frankrijk te besturen middels een sterk staatsbestuur.

Rechtspraak en recht op geweld wordt weggehaald bij de adel. De macht moet komen te liggen bij de overheid, de staat.

En de overheid, de staat, dat was Lodewijk zelf!

Lodewijk was de staat, het middelpunt van Frankrijk, waar alles om draaide. 
KA 23 - Het streven van vorsten naar absolute macht
"L'état, c'est moi"

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Basis van het absolutisme
vier pijlers

  • Droit divin
  • bestuur en leger in handen ambtenaren
  • goed functionerende economie (Colbert --> mercantilisme)
  • één godsdienst (religieuze eenheid)
  • Uiteindelijke doel --> meer eenheid (vroeg nationaal gevoel)

KA 23 - Het streven van vorsten naar absolute macht

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

De economie van Frankrijk was in de tijd voor
Lodewijk XIV in vergelijking met andere landen niet
zo succesvol. Leg uit hoe dat kwam.

Slide 15 - Open question

Wie bestuurde Frankrijk in de tijd dat Lodewijk
XIV nog minderjarig was?

Slide 16 - Open question

Waarom had Lodewijk XIV een groot
wantrouwen in de adel?

Slide 17 - Open question

Wat bedoelde Lodewijk XIV met zijn uitspraak
“L’état, c’est moi”?

Slide 18 - Open question

Leg uit wat het droit divin was.

Slide 19 - Open question

Wat is het mercantilisme?

Slide 20 - Open question

Wat is het verschil tussen centralisatie en
absolutisme?

Slide 21 - Open question

Gebruik bron 23.1 uit je boek. Deze toezegging verwijst naar een van de
onderdelen van de politiek van Lodewijk XIV. Over
welk onderdeel gaat dit?

Slide 22 - Open question