20230525 DVLG222AH niveau 2 Lezen en luisteren - Samenvatten en extra lezen en luisteren

Nederlands
DVLG222AH
Donderdag 25 mei 2023
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands
DVLG222AH
Donderdag 25 mei 2023

Slide 1 - Slide

Planning DVLG222AH

  • 09-03: Onderwerp en hoofdgedachte
  • 16-03: Indeling van een tekst
  • 11-05: Feit, mening en argument
  • 11-05: Signalen en verbanden
  • 25-05: Samenvatten
  • 25-05: Extra lezen en luisteren
  • 08-06: Toets Lezen en Luisteren








Slide 2 - Slide

Terugblik op 11-05

Slide 3 - Slide

Feiten, meningen en argumenten

Slide 4 - Slide

Feit
- Een feit is iets wat waar of niet waar is. Je kunt niet van mening verschillen over een feit, want het is voor iedereen hetzelfde.
- Een feit is altijd controleerbaar en bewijsbaar; je kunt dus op zoek gaan naar de bron.

Een feit kun je herkennen aan:
- Het benoemen van een onderzoeksrapport
- Het aanhalen van een autoriteit (RIVM, Rijksoverheid)
- Een uitspraak van een expert / deskundige op dat gebied (let erop dat dit ook een mening kan zijn)


Slide 5 - Slide

Signalen en
verbanden

Slide 6 - Slide

Signalen en verbanden
Tekstverband:  Een tekst heeft structuur nodig om begrijpelijk en leesbaar te zijn. De volgorde van en de verbanden tussen de alinea's zijn daarbij heel belangrijk.

Signaalwoorden: De signaalwoorden geven de lezer een teken, een signaal: tussen deze alinea's, zinnen of delen van zinnen bestaat een bepaald verband. Het signaalwoord helpt je om dat verband te herkennen.

Kernzin: Dit is de zin in een alinea die het belangrijkste is. De andere zinnen staan in dienst van deze zin. Om een goede samenvatting te kunnen maken, moet je weten wat de kernzin van een alinea is. Meestal is de kernzin de eerste of de laatste zin van de alinea.

Slide 7 - Slide

Signalen en verbanden
1. Tekstverband: Opsomming: er worden gelijksoortige dingen na elkaar benoemd.
Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, ten slotte, om te beginnen, bovendien, dan, daarna, daarnaast, eerst...dan, verder, niet alleen...maar ook, noch...noch, ook, tevens, toen, vervolgens, zowel...als.

2. Tekstverband: Toelichting, uitleg: er wordt een toelichting of uitleg gegeven. 
Signaalwoorden: dat betekend, dat houd in, dat wil zeggen, met andere woorden, op deze wijze/manier. 

3. Tekstverband: Tegenstelling: er worden twee of meerdere tegenovergestelde zaken of meningen genoemd.
Signaalwoorden: (al)hoewel, anders dan, daarentegen, daar staat tegenover dat, (desal) niettemin, doch, echter, enerzijds...anderzijds, in plaats van, in tegenstelling tot, integendeel, maar, of, ofschoon, toch, terwijl, weliswaar.

4. Tekstverband: Reden, verklaring: de schrijver legt een oorzaak van een verschijnsel of gebeurtenis uit.
Signaalwoorden: aangezien, daarom, immers, namelijk, omdat, want. 

Slide 8 - Slide

Signalen en verbanden
5. Tekstverband: oorzaak - gevolg: er is iets gebeurd (oorzaak) wat er voor heeft gezorgd dat er iets anders gebeurde (gevolg). 
Signaalwoorden: aangezet door, daardoor, door, doordat, dus, gestimuleerd/geïnspireerd door, hierdoor, met als gevolg, naar aanleiding van, op het idee gebracht door, vanwege, wegens, zodoende.

6. Tekstverband: doel - middel: er worden in alinea's een doel en een middel om dat doel te bereiken benoemd.
Signaalwoorden: daartoe, door middel van, met als doel om, met behulp van, met het oog op, om, via, waarmee. 

7. Tekstverband: voorbeeld, bewijs: de schrijver geeft extra kracht aan wat hij vlak daarvoor gesteld heeft.
Signaalwoorden: als/ter illustratie, bijvoorbeeld, dat is het geval bij, denk maar aan, een voorbeeld daarvan is, kijk maar naar, zo, zoals. 

8. Tekstverband: voorwaarde: er wordt genoemd wat de voorwaarde is voor wat ervoor of erna wordt voorgesteld.
Signaalwoorden: aangenomen dat...dan, als, indien, in het geval dat, mits, op voorwaarde dat, stel dat...dan, tenzij, wanneer.

Slide 9 - Slide

Signalen en verbanden
9. Tekstverband: Vergelijking: er worden twee of meer zaken met elkaar vergeleken. 
Signaalwoorden: als, dan, doet denken aan, evenals, net als, vergeleken met, zoals, zo...als.

10. Tekstverband: Samenvatting, conclusie: de schrijver herhaalt in het kort de hoofdpunten uit een tekst. 
Signaalwoorden: alles bij elkaar genomen, al met al, concluderend, dan ook, de slotsom is, dus, kortom, om kort te gaan, samenvattend.  

Slide 10 - Slide

Lesdoelen

  • Samenvatten


  • Extra lezen en luisteren

Slide 11 - Slide

Samenvatten

Slide 12 - Slide

Zelfwerktijd



  • MOTILE: samenvatten

Studiemeter > Mbo-webshop > licenties starten > Motile > studieplan > jouw klas > Samenvatten

timer
30:00

Slide 13 - Slide

Samenvatten
Een samenvatting helpt je om:

  • Moeilijke teksten beter te begrijpen. Je leest namelijk steeds een onderdeel van de tekst en schrijft dit in een paar voor jou goed te begrijpen zinnen op;
  • Informatie beter te onthouden voor bijvoorbeeld een toets op school of een presentatie.





Slide 14 - Slide

Samenvatten
Hoe lang moet een samenvatting zijn?

Dit hangt af van je doel. Een samenvatting kan verschillende lengtes hebben:

  • Alleen het onderwerp opschrijven >  Samenvatting in één of een paar woorden
  • De hoofdgedachte opschrijven >  Samenvatting in één zin
  • Globale samenvatting maken >  de titel en de kernzinnen van de alinea’s onder elkaar zetten (geschikt om samen te vatten voor jezelf)
  • Tekstvervangende samenvatting maken > De tekst in eigen woorden korter opschrijven (geschikt om samen te vatten voor jezelf, maar ook voor anderen die de hoofdtekst niet gelezen hebben).
Hieronder leer je twee manieren om een complete samenvatting te maken. Kies voor jezelf wat jij de fijnste manier vindt.




Slide 15 - Slide

Zelfwerktijd



  • MOTILE: samenvatten

Studiemeter > Mbo-webshop > licenties starten > Motile > studieplan > jouw klas > extra lezen en luisteren

timer
30:00

Slide 16 - Slide

Planning DVLG222AH

  • 09-03: Onderwerp en hoofdgedachte
  • 16-03: Indeling van een tekst
  • 11-05: Feit, mening en argument
  • 11-05: Signalen en verbanden
  • 25-05: Samenvatten
  • 25-05: Extra lezen en luisteren
  • 08-06: Toets Lezen en Luisteren








Slide 17 - Slide