This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Oefenvragen
Hierbij de oefen vragen voor katern 4
Hoe maak je dat?
Slide 1 - Slide
In Nederland is de inflatie 14%. De lonen zijn gemiddeld 5% gestegen. Hoeveel is je reëele koopkracht gestegen of gedaald? Gebruik de vuistregel.
Slide 2 - Open question
In Nederland is de inflatie 14%. De lonen zijn gemiddeld 5% gestegen. Hoeveel is je reëele koopkracht gestegen of gedaald? Gebruik de uitgebreide berekening.
Slide 3 - Open question
Waarom is inflatie ongunstig voor sparen bij een lage spaar rente?
Slide 4 - Open question
Wat is de reden dat beginnende huizenkopers vaak een annuïteitenhypotheek verkiezen boven een lineaire hypotheek
Slide 5 - Open question
Hoe kan een economische crisis leiden tot meer besparingen bij gezinnen?
Slide 6 - Open question
Je maandelijkse inkomen is een
A
voorraadgrootheid
B
stroomgrootheid
Slide 7 - Quiz
De overheidsschuld is een
A
voorraadgrootheid
B
stroomgrootheid
Slide 8 - Quiz
Bekijk de afbeelding, geef aan bij 1,2,3 & 4 of het omhoog of omlaag gaat.
Slide 9 - Open question
Bij de AOW wordt gebruik gemaakt van het
A
Kapitaaldekkingsstelsel
B
Omslagstelsel
C
Premiedekkingsstelsel
D
Geld van de ouderen
Slide 10 - Quiz
Leg uit wat het kapitaaldekkingsstelsel is.
Slide 11 - Open question
Door de vergrijzing komen er steeds meer AOW'ers. De overheid wil de AOW premie voor werkenden verhogen. Leg uit dat dit de intergenerationele solidariteit onder druk zet.
Slide 12 - Open question
Waarom is het volgen van een studie ook wel "ruilen over tijd"