Havo 4 Systeem Aarde §3.3

1 / 41
next
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Zone van lage luchtdruk rondom de evenaar die het gevolg is van de intensieve verhitting op plaatsen met een loodrechte zonnestand. De ITCZ heeft geen vaste ligging maar verschuift met het verplaatsen van de loodrechte zonnestand. Omdat land sneller opwarmt dan zee, is de verschuiving boven land het sterkst.
Constant waaiende wind aan het aardoppervlak van het subtropisch hogedrukgebied rond 30° breedte naar de Intertropische Convergentiezone (ITCZ) rond de evenaar.
Een passaat waarbij sprake is van een halfjaarlijkse omkering van de windrichting. In de zomer is er een natte moesson (sterke verhitting en lage luchtdruk) en in de winter een droge moesson (afkoeling en hoge luchtdruk).
Intertropische Convergentiezone (ITCZ)
passaat
moesson

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

De ITCZ
Maart
Juni
September
December

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

0 graden
30 graden
60 graden
90 graden
polair maximum
equatoriaal minimum
Subpolair minimum
Subtropisch maximum
Hier starten de passaatwinden
Hier waaien de passaatwinden heen
ITCZ

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Ligging ITCZ
Ligging ITCZ in de zomer (juli)
Ligging ITCZ in de winter (januari)

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Welkom!

Leg vast je boeken en laptop op tafel.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Programma
  1. Welkom en planning
  2. Herhaling Systeem van Köppen 
  3. Uitleg natuurlijke landschapszones
  4. Werken aan de weektaak 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Link

This item has no instructions

Leervraag
Wat zijn de kenmerken van de landschapszones op aarde en wat is hun relatie met het klimaat?


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Geofactoren
Factoren die landschapszones vormen
Belangrijkste: klimaat, gesteenten, reliëf en de mens

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Tropische zone
Welk plaatje past bij de tropische zone?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Tropische zone
Welk plaatje past bij de tropische zone?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het grote plaatje opgave 7
Tropische zone
Subtropische zone
Gematigde zone
Boreale zone
Polaire zone
Aride zone

Slide 15 - Slide

Benadruk de aride zone:
- ook koude woestenen
- ook door hogedrukgebieden bij de keerkringen droogte

Landschap in tropische zone:

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Af
Aw

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Tropische zone

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waarin verschilt savanne van steppe?
Hoe zie je dit terug in de vegetatie?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aride zone

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Landschappen
Verklaar het verschil in neerslag tussen het gebied rond de evenaar en het gebied rond de keerkringen. oorzaak-gevolg
Strategie voor het beantwoorden van deze vraag
-Waardoor wordt bepaald of er neerslag ontstaat of dat het droog blijft?
-waneer gaat lucht stijgen/dalen?
-Hoe is de situatie op verschillende breedtgraden m.a.w temperatuur en luchtdruk.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Irrigatie zinvol?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Subtropische zone
Middellandse zeeklimaat-Steppe

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Ligging subtropische zone

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Gematigde zone

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Gematigde zone
gemiddeld, maar toch verschillen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Cs
Cf
Welke natuurlijke factor bepaalt het verschil in plantengroei tussen de gematigde zone en de subtropische zone?
In het Cs-klimaat is er een droge zomer en in het Cf-klimaat valt er het hele jaar neerslag.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Boreale zone
Waarom vinden we de boreale zone alleen op het NH?
Op het ZH komt op de breedtegraad waar de boreale zone voorkomt geen land voor.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Boreale zone
Df
Polaire zone
ET

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Isothermen = lijnen die plaatsen van gelijke temperatuur met elkaar verbindt.
Boomgrens de lijn waar boven het te koud is voor boomgroei.

Deze lijn loopt niet recht.
Hoe verklaar je dat?
strategie
-boomgrens wordt bepaald door temperatuur
-verschillen in temperatuur verklaar je met behulp van temperatuurfactoren
-hoogteligging, land-zeeverdeling, invloed wind-en zeestromen. 
-isotherm loopt dus niet evenwijdig aan de breedtecirkel

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

De Alpen
Waar begint de boomgrens?

Boomgrens: Wanneer de gemidddelde jaartemperatuur niet boven de 10 graden uitkomt is het te koud voor bomen om te groeien.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Berg Kilimanjaro in Tanzania
Ligt hier de boomgrens op dezelfde hoogte als in de Alpen?
Waarom wel/niet?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

opg 5d: Wat is het verband tussen de dikte van de permafrostlaag en de breedteligging?
verklaring
Hoe hoger de breedteligging, hoe lager de gemiddelde temperatuur (oorzaak), waardoor de permafrost steeds dieper reikt naarmate je noordelijker komt in de polaire zone op het noordelijk halfrond (gevolg).

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Polaire zone
Toendra en ijskappen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Klimaat invloed op de bodem (3)
  • Permafrost: grond die altijd  (= permanent) bevroren is.

  • Zomer: bovenlaag permafrost ontdooit. Moerassig; smeltwater kan niet weg. Dit veroorzaakt problemen bij bouwen huizen en infrastructuur; verzakking.

  • Hooggebergte ten zuiden van Rusland houdt als een muur warme tropische lucht tegen. 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Werk aan je weektaak. Gebruik de werkwijzer op itslearning. 
Werken in stilte
Je mag fluisterend overleggen
Je mag hardop overleggen

Slide 41 - Slide

This item has no instructions