In welk rijtje staan alleen primaire producten. (1p)
A. Brood, auto, woning.
B. Trui, paracetamol, drinkwater.
C. Schoenen, tablet, groenten.
D. Woning, televisie, drinkwater.
Slide 4 - Slide
opgave 10
Geef van onderstaande leenacties aan om welk leenmotief het gaat. Verbind hiervoor de letters met de cijfers. (2P)
A. Het lenen van geld voor het kopen van een auto.
1. Opvang van een calamiteit.
B. Het lenen van geld omdat je onverwacht plotseling een hoge rekening moet betalen.
2. Aanschaf onroerend goed.
C. Het lenen van geld voor het kopen van een huis.
3. Aanschaffen van een duurzaam consumptiegoed
Slide 5 - Slide
opgave 11
Felix heeft een lening bij de bank en moet € 35,- aan rente betalen per jaar. Dit is 1,6 % rente. Hoeveel heeft Felix in totaal geleend? Noteer je berekening. (1p)
Slide 6 - Slide
Vandaag aan de slag met:
3.4A Arbeidsomstandigheden
3.4B Afspraken over loon
Slide 7 - Slide
Leerdoelen ' Werken'
uitleggen hoe de werknemer door wetten en regels beschermt wordt;
Slide 8 - Slide
Nederlandse arbeidsinspectie
Inspecteurs;
Bedrijven bezoeken;
Controleren op arbeidsomstandigheden;
Naleven van wetten en regels;
Waarschuwingen en boetes.
Slide 9 - Slide
Wat moet je doen?
Learnbeat 3.4A Arbeidsomstandigheden;
Learnbeat 3.4B Afspraken over loon.
CHECK JE STUDIEPLANNER IN LEARNBEAT + NAKIJKEN!
Slide 10 - Slide
Leerdoelen ' Werken'
uitleggen hoe de werknemer door wetten en regels beschermt wordt;