44 tekst deel 2

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Tekst 44

Pak je tekstboek

Bij elke vraag staat de betreffende Latijnse tekst. Kies de juiste vertaling. Zorg dat je snapt waarom dat de juiste vertaling is. En anders vraag je het natuurlijk!

r. 20 Statim virum extraxi. Eum cognoveram: fuit
Claudius, patruus Caesaris!

1. Meteen trok ik een man naar buiten. Ik had ik hem herkend: het was Claudius, de oom van de keizer!
2. Meteen trok ik een man naar buiten. Ik kende hem: Claudius was de oom van de keizer!
3. Meteen trok ik een man naar buiten. Ik kende hem: het was Claudius, de oom van de keizer!

Metu tremens ad genua cecidit, cum timeret, ne interficeretur. (r.21-22)

1. Trillend van angst viel hij op de knieën, omdat hij bang was, dat hij zou worden gedood.
2. Door angst viel hij op de trillende knieën, omdat hij bang was, dat hij zou worden gedood.
3. Trillend van angst viel hij op de knieën, omdat hij zou bang zijn, dat hij zou worden gedood.

Dixit autem unus e comitibus meis: “Cum Caesaris familiaris sit, ne tamen eum necemus. (r. 23-24)

1. Een van mijn metgezellen zei echter: "Hoewel hij een familielid van de keizer is, laten we hem toch niet doden.
2. Een van mijn metgezellen zei echter: "Hoewel hij een familielid van de keizer is, doden we hem toch niet.
3. Een van mijn metgezellen zei echter: "Omdat hij een familielid van de keizer is, moeten we hem toch niet doden.

Tam stultus est, ut nemini noceat.” Ego proposui: “Imperatorem
faciamus bonum Claudium! r. 24-26

1. Hij is zo dom, dat hij niemand schaadt." Ik stelde voor: "We kunnen de goede Claudius keizer maken!
2. Hij is zo dom, dat hij niemand schaadt." Ik stelde voor: "Laten we de goede Claudius keizer maken!
3. Hij is dom, omdat hij niemand schaadt." Ik stelde voor: "Laten we de goede Claudius keizer maken!

Certe eius gratia tanta erit, ut libenter nobis maxima praemia det!” r. 26-28

1. Zijn dank zal zeker zó groot zijn, met de bedoeling dat hij ons graag grote beloningen geeft!"
2. Zijn dank zal zeker zó groot zijn, dat hij ons graag zeer grote beloningen zal geven!"
3. Zijn dank zal zeker zó groot zijn, dat hij ons graag grote beloningen geeft!"
4. Zijn dank zal zeker zó groot zijn, dat hij ons graag zeer grote beloningen geeft!"

Gaudentes nos universi Claudium Caesarem salutavimus. In umeros sustulimus eum clamantes: r. 28-29

1. Verheugd begroetten wij gezamenlijk Claudius als keizer. We tilden hem op de schouders, terwijl we riepen:
2. Verheugd begroetten wij gezamenlijk keizer Claudius. We tilden hem op de schouders, terwijl we riepen:
3. Verheugd begroeten wij gezamenlijk Claudius als keizer. We tilden hem op de schouders, terwijl we riepen:

“  Vivat Claudius, vivat Imperator noster!”   ’ Amici verbis Quinti attoniti erant. Postremo Marcus exclamavit: ‘Hoc unum certe scio:
r.30-32

1. "Claudius leeft, onze keizer leeft!" ‘ De vrienden waren verbaasd door de woorden van Quintus. Tenslotte riep Marcus uit: ‘Dit ene weet ik zeker:
2. "Leve Claudius, leve onze keizer!" ‘De woorden van Quintus verbaasden de vrienden. Tenslotte riep Marcus uit: ‘Dit ene weet ik zeker:
3. "Leve Claudius, leve onze keizer!" ‘ De vrienden waren verbaasd door de woorden van Quintus. Tenslotte riep Marcus uit: ‘Dit ene weet ik zeker:

cum praemium maximum a Claudio acceperis, facile amicis tuis omne vinum solvere poteris!’
r. 32-34

1. hoewel jij een zeer grote beloning van Claudius hebt ontvangen, zul jij gemakkelijk alle wijn voor je vrienden kunnen betalen!’
2. omdat jij een zeer grote beloning van Claudius hebt ontvangen, zul jij gemakkelijk alle wijn voor je vrienden kunnen betalen!’
3. omdat jij een zeer grote beloning van Claudius hebt ontvangen, kun jij gemakkelijk alle wijn voor je vrienden betalen!’

Ik begrijp tekst 44

😒🙁😐🙂😃

Deze vraag/ vragen of dit verzoek over tekst 44 heb ik nog:

Op OneNote staat vanaf di. 30 november de hele tekst gestreept en vertaald