Als je teksten schrijft, let je op de spelling van je werkwoorden. Je kijkt of je een zin schrijft met één werkwoord of meerdere. Als je één werkwoord gebruikt in een zin, dan weet je meteen dat dit de persoonsvorm is. Dan kijk je welk persoonlijk voornaamwoord ervoor staat en spel je het werkwoord volgens de regels. Als je meerdere werkwoorden schrijft in een zin, zoek je de persoonsvorm en pas je dezelfde regel toe. Je weet nu dat er dan nog een voltooid deelwoord, een onvoltooid deelwoord óf een infinitief (hele werkwoord) moet volgen. Als dit een voltooid deelwoord is, pas je de regels van het x-kofschip toe.