6.4 vruchten en zaden

6.4 vruchten en zaden
Doelstelling:

Kunnen beschrijven wat er uit een vruchtbeginsel en een zaadbeginsel ontstaat.


Lezen blz 183 tm 185
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

6.4 vruchten en zaden
Doelstelling:

Kunnen beschrijven wat er uit een vruchtbeginsel en een zaadbeginsel ontstaat.


Lezen blz 183 tm 185

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Vruchten en zaden
Na de bevruchting verandert er veel in een bloem.
Na de bevruchting beginnen in het vruchtbeginsel één of meer zaadbeginsels te groeien
In deze zaadbeginsels zijn de eicellen bevrucht
De zaadbeginsels ontwikkelen zich tot zaden
De andere zaadbeginsels in het vruchtbeginsel verschrompelen
De vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1. Restant bloemensteel     2. Vrucht      3. Pit (zaad) 
4. Kroontje (restant kelkbladeren)
Steeltje
1
Vruchtvlees
2
Klokhuis met daarin het zaad.
Hieruit kan een nieuwe appelboom groeien als het zaadje gepoot wordt.
De kiem (het begin van het jonge plantje) zit in het zaad.
3
Kroontje met verwelkte blaadjes
4
Het hele peultje is de vrucht


De boontjes is het zaad van de peul

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat groeit er uit het vruchtbeginsel?
A
De vrucht zoals appels, bonen, peren, pruimen
B
Het zaad zoals pitten, bonen

Slide 9 - Quiz

De verspreiding van zaden
is belangrijk omdat
A
er dan meer kans is dat zaden kiemen
B
er dan meer dieren de zaden kunnen vinden

Slide 10 - Quiz

Zelfstandig werken
Lezen blz 116 t/m 119
Maken opdracht 17 t/m 23 behalve 18
Leren par 7.1 t/m 7.3

Dit is ook huiswerk voor de volgende les.

Donderdag 22 april pw par 7.1 tm 7.7 (havo 7.6 en 7.7 niet)

Slide 11 - Slide

De bloem van de afbeelding is bestoven.
Hoeveel zaden kunnen er in deze situatie
maximaal ontstaan?

Slide 12 - Open question