tekst 2: Botje en de zeven schroefjes
Bibi en haar moeder proberen een boekenkast in elkaar te zetten. Het lukt
niet zo goed. ‘Ach, wij kunnen weer andere dingen,’ zegt Bibi’s moeder.
Haar moeder weet alles van dieren en gaat vanmiddag weer op reis om nog niet ontdekte diersoorten te ontdekken. Midas, haar beste vriend en buurjongen, wil later ook bioloog worden, net als Bibi’s moeder. Alleen weet hij niet alles over dieren, maar over planten. Vooral vleesetende planten. Maar wat kan zij eigenlijk?
‘Dan ga ik mijn koffer beneden zetten, goed, Biebje?’ onderbreekt haar moeder haar gedachten. Bibi knikt.
‘We vragen Midas’ vader wel, of Wannes,’ zegt haar moeder, en ze geeft Bibi een kus op haar hoofd. Bibi gaat op haar bed zitten.
Wannes kan heel goed post bezorgen. En de vader van Midas is kok.
Ze pakt het bovenste boek van de stapel naast haar bed. Er liggen overal stapeltjes boeken. Op haar bureau, op de vensterbank
en tegen de muur. Haar boekenkast was al heel lang te krap. Maar eigenlijk vindt ze die stapeltjes ook wel best.
‘Weet je waar ik goed in ben?’ zegt ze hardop. ‘In lezen.’
Ze trekt haar benen in haar favoriete leesstand en slaat een boek open.
Ze heeft het al vijf keer gelezen, en het is ook nog eens een stokoud boek. Maar het blijft mooi.
En stiekem is ze een beetje verliefd op de hoofdpersoon.