Schrijfvaardigheid voorbereiding

SE periode 3
Alles staat in classroom

Werken aan:

  • Schrijfvaardigheid (opdrachten)
  • Grammatica (linking words + punctuation)
  • Oefen examens
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

SE periode 3
Alles staat in classroom

Werken aan:

  • Schrijfvaardigheid (opdrachten)
  • Grammatica (linking words + punctuation)
  • Oefen examens

Slide 1 - Slide

Planning in classroom
Reminder voor je mediadossier (=teksten Woots)

Hier staat per week wat je moet doen. Dat betekent ook dat het in die week af moet zijn.

Zoek de planning (SE periode 3) op in classroom

Slide 2 - Slide

Hoe weet je of je je mediadossier hebt afgerond?

Slide 3 - Open question

Wat zou een gevolg kunnen zijn als je je mediadossier niet afgerond hebt?

Slide 4 - Open question

Wat is het (huis)werk voor deze week?

Slide 5 - Open question

Waar vind je de schrijfvaardigheidsopdrachten? (alles staat in classroom)
A
SE periode 3
B
Grammar
C
practise exams

Slide 6 - Quiz

Waar vind je de grammatica opdrachten? (alles staat in classroom)
A
SE periode 3
B
Grammar
C
practise exams

Slide 7 - Quiz

Waar vind je de oefenexamens? (alles staat in classroom)
A
SE periode 3
B
Grammar
C
practise exams

Slide 8 - Quiz

Wanneer is het SE schrijfvaardigheid?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Schrijfvaardigheid

Persoonlijke brief of email

Slide 11 - Slide

Wat moet je kunnen?
Een duidelijke Engelse brief schrijven aan de hand van een aantal korte instructies/omschrijvingen

Slide 12 - Slide

Waaraan moet de brief aan voldoen?

  • - Juiste indeling (uitlegfilmpje)
  • - Alle punten verwerkt
  • - Gebruik alinea's 


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Lay-out (opmaak)
Lay-out / opmaak
1= Aanhef
2= Reactie en/of vragen hoe het met iemand gaat.
3= Inhoud / je boodschap 
     (in alinea's)
4= Afronding
5= Slotgroet
6= Je (voor)naam

laat een witregel tussen alle onderdelen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Veel gemaakte fouten
Op de volgende dia's staan zinnen die leerlingen veel gebruiken, maar die niet goed zijn. 
Maar wat schrijf je dan wel?

Slide 19 - Slide

Je schrijft niet: How is it with you?
(Hoe gaat het met jou?)

Slide 20 - Open question

How are you and how are your mother?
A
How are you and your mother?
B
How is it with you and your mother
C
How are you and how is your mother?
D
How are you going and your mother?

Slide 21 - Quiz

Zo kun je vragen hoe het met iemand gaat:

How are you John?
How is your girlfriend? I hope she is well.
How are you doing at school?

Slide 22 - Slide

Je schrijft niet: I liked it not that you come not on my party
(ik vind het jammer dat je niet op mijn feestje was

Slide 23 - Open question

Zo kun je zeggen dat je iets vervelend of naar vindt:

I am sorry to hear that you are in hospital.
What a pity that you failed your examination.
It’s a pity that you cannot come to Holland.
I am sorry I couldn't be at your party.

Slide 24 - Slide

Je schrijft niet: I hope that you not feel sick soon
(ik hoop dat je snel weer beter bent)

Slide 25 - Open question

Zo kun je iemand succes/beterschap wensen.
Get well soon.
I hope you will soon recover.
I wish you luck on your exams.
I hope you feel better soon

Slide 26 - Slide

Je zegt niet: Do the greetings to
(Doe de groeten aan)

Slide 27 - Open question

Zo kun je vragen om iemand de groeten te doen:

Give my regards to your family.
Say hello to your sister.
Give my best wishes to your parents.
Say hello to your friends

Slide 28 - Slide

Met wat voor zin zou je de brief af kunnen sluiten?

Slide 29 - Open question

Slotzinnen
I hope you will write back soon.
Please, write soon.
I hope I will hear from you soon.
I'm looking foward to hearing from you


Slide 30 - Slide

Huiswerk
Deze week:

  • Schrijfvaardigheid: opdr. 1+2
  • Grammar: Grammar 1

Slide 31 - Slide