Drie allelen (IA, IB en i) combineren tot 4 bloedgroepen:
Bloedgroep A: IAIA of IAi
Bloedgroep B: IBIB of IBi
Bloedgroep AB: IAIB
Bloedgroep 0: ii
Slide 3 - Slide
Een man heeft bloedgroep AB, zijn vrouw heeft bloedgroep A, wat is de kans dat hun kind bloedgroep O heeft?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%
Slide 4 - Quiz
Bij de mens is de vorm van de oorlelletjes erfelijk bepaald. Er is een allel voor vastzittende en een allel voor loshangende oorlelletjes. Een man heeft loshangende oorlelletjes en is voor deze eigenschap heterozygoot. Drie cellen van de man zijn: 1. een cel in een oorlelletje 2. een cel in de wand van een gehoorgang 3. een spermacel In welke van deze cellen is zeker in de celkern het allel voor vastzittende oorlelletjes aanwezig, als mutaties worden uitgesloten?
A
in 1
B
in 1 en 2
C
in 1,2,3
D
in geen
Slide 5 - Quiz
Een fruitvlieg met een zwart lichaam wordt gekruist met een fruitvlieg met een grijs lichaam. Alle individuen van de F1 zijn grijs. Deze F1-individuen worden onderling gepaard. Van de 113 individuen van de F2 zijn er 84 grijs en 29 zwart. Hoeveel van de 84 grijze individuen van de F2 zullen er, naar verwachting, heterozygoot zijn?
A
28
B
42
C
56
D
alle 84
Slide 6 - Quiz
Bij kanaries komt een allel e voor dat X-chromosomaal en recessief is. Embryo's die geen allel E bezitten, sterven in een vroeg stadium. Bij vogels hebben mannetjes twee X-chromosomen per lichaamscel en vrouwtjes één X- en één Y-chromosoom. Een kanarievrouwtje paart met een homozygoot kanariemannetje. Hoe groot is de kans dat het eerst-uitgekomen kanariemannetje heterozygoot is voor deze eigenschap?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%
Slide 7 - Quiz
Hemofilie is een ziekte bij de mens, die veroorzaakt wordt door het recessieve allel van een gen op het X-chromosoom. In een bepaalde familie trad deze ziekte al in enkele generaties op. Wanneer in deze familie een vader lijder aan hemofilie is en zijn vrouw noch deze ziekte heeft noch draagster is, kan de ziekte optreden bij
A
50% van de dochters
B
alle dochters
C
50% van de zoons
D
geen van de zoons
Slide 8 - Quiz
Maak een vuist van je hand, terwijl je je duim opsteekt Als het bovenste kootje van je duim geen grotere hoek maakt dan 90 graden ten opzichte van de rest van je duim, dan ben je homozygoot recessief voor een uitstaande duim. hitch-hiker's (hh). Maakt het bovenste kootje een hoek van 90 graden of meer dan de rest van je duim, dan ben je dominant voor deze eigenschap (H).
hh
H-
Slide 9 - Slide
Een vader heeft een uitstaande duim, zijn vrouw ook. Hun eerste kind heeft een rechte duim. Wat is de kans dat alle 3 de kinderen die ze krijgen ook rechte duimen hebben? Geef je antwoord in een breuk.