3e bijeenkomst: Examentraining 3F lezen/luisteren 2. Hoofd- en bijzaken + tekstopbouw

Doel van de les
  • Herhalen theorie van de vorige les: beter onthouden!
  • Je moet de belangrijkste boodschap uit een tekst kunnen halen. (hoofd- en bijzaken)
  • Je moet verbanden tussen alinea's kunnen herkennen. (opbouw van de tekst).
  • De functies van de tekstdelen.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Doel van de les
  • Herhalen theorie van de vorige les: beter onthouden!
  • Je moet de belangrijkste boodschap uit een tekst kunnen halen. (hoofd- en bijzaken)
  • Je moet verbanden tussen alinea's kunnen herkennen. (opbouw van de tekst).
  • De functies van de tekstdelen.

Slide 1 - Slide

Herhalen: Tekstdoelen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welk tekstdoel
heeft deze tekst?
timer
0:30

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 10 - Quiz

Vervolg soorten vragen:
3.2 Hoofd- en bijzaken

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

1
onderwerp
2
Zin 1: hoofdgedachte
3
Vervolg van de tekst: nadere informatie

Slide 13 - Slide

Vervolg soorten vragen:
3.3 Opbouw van een tekst/ signaalwoorden

Slide 14 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
Jan gaat binnenkort werken. Hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi. Er breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. De ex-student zal zijn studievrienden minder zien. We zullen hem niet zo vaak in de kroeg aantreffen. Er gaat veel veranderen in zijn leven.

Jan gaat binnenkort werken, want hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi, maar nu breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. Ook zal de ex-student zijn studievrienden minder zien. We zullen hem vast niet meer zo vaak in de kroeg aantreffen. Kortom, er gaat veel veranderen in zijn leven.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat is het signaalwoord in deze zin?:
Ik lees elke dag de krant, zodat ik op de hoogte ben.

Slide 18 - Open question

Welk tekstverband geeft ZODAT aan?
Ik lees de krant elke dag, zodat ik op de hoogte ben.
A
een reden/argument
B
een tegenstelling
C
een conclusie
D
een oorzaak/gevolg

Slide 19 - Quiz

Welk tekstverband is in deze zin?

Het is warm buiten, toch heb ik het koud.
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een samenvatting
D
een opsomming

Slide 20 - Quiz

Wat is het tekstverband in deze zin?

Je krijgt vrijstelling voor het maken van de toetsen, als je dit schooljaar een diploma haalt.
.
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een voorwaarde
D
een opsomming

Slide 21 - Quiz

Functies van de tekstdelen
Vragen kunnen gaan over de functie van een tekstdeel.
  • Inleiding
  • Middenstuk
  • slot 

Slide 22 - Slide

De inleiding
  • Introductie van het onderwerp.
  • De functie is om de lezers aandacht te trekken door een anekdote, een vraag of een probleem te bespreken.

Slide 23 - Slide

Het middelstuk
  • In het middenstuk  gaat de schrijver dieper in op het onderwerp.
  • De functie is de lezer te informeren over het onderwerp.

Slide 24 - Slide

Het slot
  • Met het slot sluit de schrijver de tekst af.
  • De functie kan een samenvatting, conclusie, aansporing of oplossing zijn.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Aan het eind van de les
  • Tekstdoelen herhaald.
  • Onderwerp (een woord) en hoofdgedachte (een zin) 
  • Tekstverbanden en signaalwoorden besproken.
  • De functies van de tekstdelen besproken.

Slide 27 - Slide

Maken opdr. 3 + 4
Maken opdr. 2 + 4
Klaar? EXAMENSPRINT 3F
Aan de slag!

Slide 28 - Slide