24. Thema 3, week 2 - les 9 werkwoorden met een vast voorzetsel

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

VOORZETSELS.
Noem er zoveel mogelijk:

Welk voorzetsel past op de stippellijn

Ik breng een bezoek .... de sterrenwacht.

1. aan
2. bij
3. in
4. over

Welk voorzetsel past op de stippellijn

Ik ben dol .... sciencefiction boeken.

1. op
2. voor
3. in
4. tot

Welk voorzetsel past op de stippellijn

Vanavond kijken we ...... de sterrenhemel.

1. naar
2. van

Welk voorzetsel past op de stippellijn

Er draait een leuke film ..... de bisocoop.

1. op
2. voor
3. in
4. tot

Welk voorzetsel past op de stippellijn

Wij kopen een kaartje .... de voorstelling.

1. op
2. voor
3. in
4. tot

Welk voorzetsel past op de stippellijn

Het duurt ..... vijf uur.

1. op
2. voor
3. in
4. tot

Welk voorzetsel hoort op de stippellijn.

Ik wacht .... de bus.

Welk voorzetsel hoort op de stippellijn.

Ik houd .... lekker eten.

lesdoel

Ik kan werkwoorden met een vast voorzetsel herkennen en de juiste vaste voorzetsels erbij gebruiken.

Prima:

Nu hebben we in onze taal werkwoorden met daarbij voorzetsels aan vastgemaakt.

Wij zoeken ....... de ster.

1. naar
2. over
3. op
4. tot

Daan vertelt ..... een telescoop.

1. naar
2. over
3. in
4. tot

De raket vertrekt                de aarde.

De astronaut zit               de capsule.

Hij landt               de maan.

Welke voorzetsels horen op de lege plek?

....

....

....

om

van

in

met

aan

op

Welk voorzetsel hoort op de stippellijn.

Mijn moeder klaagt .... het geluid van de buren.

Welk voorzetsel hoort op de stippellijn.

Onze klas behoort .... de leukste klas van Nederland.

Welk voorzetsel hoort op de stippellijn.

Ik wil meedoen .... het spel.

Welk vast voorzetsel past onder de vlek?

Welk vast voorzetsel past onder de vlek?

Welk vast voorzetsel past onder de vlek?

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord:

Ik behoor .... de leukste juffen van Nederland..

1. tot
2. in
3. achter
4. voor

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord:

Zoeken ... mijn nieuwe pen.

Wij zoeken ... mijn nieuwe pen.

1. op
2. naar
3. met
4. door

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord:

Ik ben dol ... patat met mayo.

1. in
2. aan
3. op
4. voor

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord:

Wij genieten .... het mooie weer.

1. van
2. met
3. aan
4. onder

Wat is het hele werkwoord?

Wij houden van pizza.

taal

GROEP 8

Thema 3, week 2 - les 9

Begin bij opgave 1j

Opgave 2 - opgave 3

en 10 x plussen.

leerkracht.snappet.org