herhaling kerndoel 1+2+3

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Maatschappijkunde

Mens & Werk

Kerndoel 2

Welke factoren bepalen je salaris (er zijn er drie)

Wat bepaald je maatschappelijke positie

1. Macht Status Knap zijn
2. Status Inkomen Volgers
3. Macht Status Inkomen
4. Inkomen Status Vriendelijkheid

Wat is een voorbeeld van onbetaald werk?

1. als iemand in loondienst is
2. een hobby uitoefenen
3. Stage lopen
4. Brandweerman

Welke factoren bepalen je positie op de maatschappelijke ladder?

1. Kennis, verantwoordelijkheid en vaardigheden
2. Macht, status en inkomen
3. Geld, Macht en kennis

Noem zoveel mogelijk functies van werk op

Noem de vier aspecten van bedrijfscultuur

Aspecten bedrijfscultuur

Werkverhoudingen: Hoe de werkgever en werknemers met elkaar omgaan. Welke normen & waarden belangrijk zijn. 

Arbeidsvoorwaarden: Wat de werktijden zijn, hoeveel er betaald wordt, wanneer je vakantie hebt en vrij mag nemen .

Medezeggenschap: Hoeveel werknemers te zeggen hebben over de gang van zaken. 

Sociale rol: Welke houding, gedrag en manier van werken wordt verwacht als je aan het werk bent. 

Welk gedrag past volgens jou allemaal bij een werkomgeving? Schrijf zoveel mogelijk op

Welk gedrag vind jij prettig als iemand leiding geeft aan jou/een groep. Schrijf het duidelijk en compleet uit

Welke leiderschapsstijl vind jij prettig (als iemand aan jou leiding geeft)

Noem de vier leiderschapsstijlen

Autoritair

Consulterend

Democratisch

Laisser-faire

Sportvereniging

Fabriek

Een school

Designbureau

Met sociale rollen wordt er bedoeld

1. Welke rollen vrienden in een groep hebben.
2. Hoe iemand zichzelf is tijdens het werk.
3. Dat je op je werk een andere houding hebt dan thuis.

Wat wordt er bedoeld met werkverhoudingen?

1. Het verschil in taken van werknemers en werkgevers.
2. Hoe de werkgever en werknemers met elkaar omgaan.
3. Hoe goed je het met je collega's kan vinden.

,,Met belastinggeld betalen we voor algemene voorzieningen zoals parken''

1. Socialisme
2. Liberalisme
3. Confessionalisme
4. Rationalisme

,,Burgers moeten voor elkaar zorgen en daarna kan de staat ook nog helpen''

1. Nationalisme
2. Idealisme
3. Confessionalisme
4. Socialisme