This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Bijvoegelijk naamwoord (adjective)
Een bijvoegelijk naamwoord zegt wat over een zelfstandig naamwoord.
She is wearing a beautifuldress.
That is a terriblesong.
He always wears uglysweaters.
TIP! Zelfstandig naamwoordenzijn mensen, dieren of dingen. Je kunt er vaak de, het of een voor zetten.
Slide 3 - Slide
Bijvoegelijk naamwoord (adjective)
De rodestoel The redchair
Het mooiemeisje The beautifulgirl
Een schattig eendje The cuteduck
Slide 4 - Slide
Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord? (In English?)
Slide 5 - Mind map
apps.noordhoff.nl
Slide 6 - Link
Write down all the adjectives!
It was a sunny day and my little puppy jumped onto our red couch and played with his new toy. Soon, my cute puppy yawned. He was a tired puppy. I laid him on his soft bed. Soon, my sleepy puppy was sleeping.
Tip! Er zijn ACHT adjectives (bijvoegelijk naamwoorden)
Slide 7 - Slide
Write down all the adjectives!
It was a sunny day and my little puppy jumped onto our red couch and played with his new toy. Soon, my cute puppy yawned. He was atiredpuppy. I laid him on his soft bed. Soon, my sleepy puppy was sleeping.