What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1-4
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Over welke woordsoorten
ging dit liedje?
A
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
B
werkwoorden
C
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
D
voorzetsels
Slide 3 - Quiz
Persoonlijk en bezittelijk
Persoonlijk voornaamwoord: wijst naar een persoon .
-
Ik
ben docent.
-
Hij
is erg cool.
-
Ik
mag
jullie
erg graag.
- Die vriend van
jou
.
Slide 4 - Slide
Persoonlijk en bezittelijk
Bezittelijk voornaamwoord: duidt het bezit aan van iemand.
- Het is
mijn
bal.
- Dat is
haar
trui.
- Dit is
jouw
pen.
Slide 5 - Slide
Voorbeelden
Wie wil vanavond met
mij
en
mijn
twee broertjes naar de film?
Zij willen
jouw
sleutels, maar die zijn van
jou
en niet van hen.
Slide 6 - Slide
'Die gekke bril is van mij.'
'mij' is .....?
A
Een bezittelijk voornaamwoord
B
Een persoonlijk voornaamwoord
Slide 7 - Quiz
'Mijn bril is heel gek.'
'mijn' is .....?
A
Een bezittelijk voornaamwoord
B
Een persoonlijk voornaamwoord
Slide 8 - Quiz
Wie haalt jullie op?
Wat voor soort is het woord JULLIE?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 9 - Quiz
Die telefoon van JOU is zo lelijk.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 10 - Quiz
MIJN telefoon ligt nog aan de lader.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 11 - Quiz
Noem het bezittelijk voornaamwoord.
Wat vond je van mijn doelpunt, Menno?
A
je
B
mijn
C
doelpunt
D
Menno
Slide 12 - Quiz
Wat is het woordje 'haar' in onderstaande zin?
De jongen wees naar haar.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
zelfstandig naamwoord
Slide 13 - Quiz
De woorden 'ik, mij, wij' zijn voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Mijn fiets is gestolen.
Mijn=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 15 - Quiz
Welke van de onderstaande voorbeelden bevat een persoonlijk voornaamwoord?
A
Jouw verhaal
B
Het verhaal van jou
C
Onze telefoon
D
Geef elkaar een hand
Slide 16 - Quiz
Door welke persoonlijke voornaamwoorden kan je de personen in deze zin vervangen?
2. Mijn moeder heeft Mick straf gegeven.
A
Zij + hij
B
Zij + hem
C
Haar + hij
D
Haar + hem
Slide 17 - Quiz
Het woord:
JOUW
is een
A
persoonlijk voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Video
Maak een zin met het persoonlijk voornaamwoord 'hun'
Slide 20 - Open question
Maak een zin met het bezittelijk voornaamwoord 'hun'
Slide 21 - Open question
More lessons like this
M4: Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
10 days ago
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1-4
Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
April 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1-4
Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
June 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1-4
M4: Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
September 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1-4
M1 persoonlijk en bezittelijke voornaamwoord
March 2022
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
4.7 grammatica leerjaar 3
March 2023
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
EVE persoonlijk - bezittelijk voornaamwoord
September 2019
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
persoonlijk - bezittelijk
September 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1