Taal actief thema 1 groep 8 herhaling

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Dit is een oefentoets, maak deze om je voor te bereiden voor de echte toets. 

Oefen ook alle themawoorden van thema 1: blz. 9, 17 en 25

De jongen was opgetogen. De ........................... jongen.

Het bezoek werd verwacht.
Het ....................... bezoek.

Hij had lekkere koeken gekocht.
De ................. koeken.

Waar staan de leestekens goed?

1. 'Je moet', lachte Ivan,'nodig naar de kapper.'
2. 'Je moet, lachte Ivan, nodig naar de kapper.'
3. Je moet lachte Ivan nodig naar de kapper
4. 'Je moet, ' lachte Ivan ', nodig naar de kapper.'

Zo zei de kapper dat werd tijd.
Schrijf de zin op met leestekens.

Alleen bij de punten zegt Adil
Schrijf de zin op met leestekens.

Wat is het gezegde?
Katie heeft een uur op Wim gewacht.

Wat is het onderwerp?
Katie heeft een uur op Wim gewacht.

Bepaling van plaats of tijd?
Katie heeft een uur op Wim gewacht.

1. Bepaling van plaats
2. Bepaling van tijd
3. Beide
4. Geen

Wat is de bepaling? Ze hadden voor het station afgesproken.

Welke bepaling staat in de deze zin:
Al die tijd stond Wim bij de achteruitgang.

1. Bepaling van plaats
2. Bepaling van tijd
3. Beide
4. Geen

Even dit mailtje nachecken.

1. Goed
2. Fout

Nu kan ik overnieuw beginnen

1. Goed
2. Fout

Kun jij de helpdesk even telefoneren.

1. Goed
2. Fout

wordwall.net