Je kunt beschrijven hoe het bloed door je lichaam stroomt.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
This lesson contains 14 slides, with text slides.
Lesson duration is: 135 min
Items in this lesson
8.4 Je bloedsomloop
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt beschrijven hoe het bloed door je lichaam stroomt.
Slide 1 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
Kleine bloedsomloop - Hart > longen > hart - zuurstofarm bloed vanaf het hart naar de longen en neemt zuurstof op, zuurstofrijk bloed naar stroomt het hart
Grote bloedsomloop - Hart > alle organen in het lichaam > hart - zuurstofrijk bloed vanaf het hart naar alle organen, bloed geeft zuurstof af aan organen en neemt afvalstoffen op
Slide 2 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
Wat? Maken 8.4 – Opdracht 1 t/m 6
Hoe? Blz. 92 t/m 94
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 6 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 3 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt de bouw van het hart en de weg van het bloed door het hart beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe je hart klopt.
Slide 4 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
Hoe stroomt het bloed door je hart?
Het hart bestaat uit vier ruimtes: - twee boezems; de linker- en de rechterboezem - twee kamers; de linker- en rechterkamer
Holle ader > rechterboezem
Rechterkamer > longslagader
Longader > linkerboezem
Linkerkamer > aorta
Slide 5 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
De weg van bloed door het hart
Start kleine bloedsomloop - Vanuit rechterboezem zuurstofarm bloed > naar rechterkamer > via longslagader naar longen - Zuurstofrijk bloed vanuit longen door longader naar hart > komt in linkerboezem > daarna linkerkamer
Start grote bloedsomloop - vanuit linkerkamer zuurstofrijk bloed > via aorta > naar overige organen in lichaam - zuurstofarm bloed via holle ader terug naar hart > naar rechterboezem
Slide 6 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
Hoe klopt je hart?
Boezems trekken samen
Kamers trekken samen
Hartpauze
Tussen boezems en kamers zitten hartkleppen, zodat het bloed niet van de kamers de boezems in kan stromen
In de aorta en longslagader zitten slagaderkleppen, zorgen ervoor dat bloed niet terug het hart in kan stromen.
Slide 7 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
Wat? Maken 8.4 – Opdracht 7 t/m 15
Hoe? Blz. 94 t/m 97
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 7 t/m 15 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 8 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt benoemen langs welke bloedvaten het bloed door je lichaam stroomt.
Je kunt uitleggen hoe het hart stoffen krijgt en wat daarbij mis kan gaan.
Slide 9 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
Kleine bloedsomloop - Hart > longen > hart - zuurstofarm bloed vanaf het hart naar de longen en neemt zuurstof op, zuurstofrijk bloed naar stroomt het hart
Grote bloedsomloop - Hart > alle organen in het lichaam > hart - zuurstofrijk bloed vanaf het hart naar alle organen, bloed geeft zuurstof af aan organen en neemt afvalstoffen op
Slide 10 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
De weg van het bloed
Kleine bloedsomloop
- Hart > longen > hart
Grote bloedsomloop
- Hart > alle organen in het lichaam > hart
Namen bloedvaten, zie blz. 98 / bron 5
* Bloedvaten hebben de naam waar ze vanaf of naar toe stromen!
Slide 11 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
Hoe krijgt je hart stoffen?
Kransslagaders - zuurstof en glucose naar cellen van het hart - kransslagaders zijn eerste vertakkingen van de aorta
Kransaders - vervoeren koolstofdioxide en andere afvalstoffen van de hartcellen naar de holle ader
Slide 12 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
Risicofactoren voor een hartinfarct
Vetachtige stoffen kunnen bloedvaten vernauwen, hierdoor kan bloed minder goed naar het hart stromen, hierdoor krijgen cellen te weinig zuurstof en sterven af. - Te veel vet eten (te veel cholesterol) - Overgewicht - Roken - Stress
Slide 13 - Slide
8.4 Je bloedsomloop
Wat? Maken 8.4 – Opdracht 16 t/m 22
Hoe? Blz. 98 t/m 102
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 16 t/m 22 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)