Beeldende begrippen klas 2 Vorm - H/V

• Kunst
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Vorm & Vormcontrast

Klas 2 beeldende begrippen

Wat zie je hier?

1. Een rondje
2. Een cirkel
3. Een bol
4. Een ring

2D - tweedimensionaal

Een vorm is vlak als hij 2 maten heeft, hoogte & breedte of lengte en breedte. 2D vormen kun je maar vanuit 1 punt goed bekijken, namelijk recht van voren.

Cirkel - Vierkant - Driehoek - Rechthoek - Ovaal

3D - driedimensionaal

Een ruimtelijke vorm neemt in drie richtingen ruimte in. Ze bestaan uit lengte, breedte en hoogte. 3D vormen kun je van verschillende kanten bekijken.

Bol - Kubus - Piramide - Cilinder - Kegel

Is de linker vorm of de rechter vorm een piramide?

1. De linker
2. De rechter
3. Geen van beide
4. Beide

Hoe noemen we deze vorm?

1. Cilinder
2. Piramide
3. Kubus
4. Kegel

Geometrische vormen

Geometrische vormen worden ook wel wiskundige vormen genoemd. Deze vormen kun je maken met liniaal of passer (meetinstrumenten). Voorbeelden zijn: vierkant, driehoek, cirkel, rechthoek etc. Geometrische vormen kunnen ook ruimtelijk zijn, voorbeelden zijn; kubus, bol, balk en cilinder. 

Organische vormen

Zijn het tegenovergestelde van geometrische vormen. Deze vormen zijn afgeleid van plantaardige, dierlijke of menselijke vormen. Organische vormen zijn rond, vloeiend of gebogen. 

Welke basisvormen zijn hier te zien?

1. Organische vormen
2. Geometrische vormen

Welk begrip past bij de afbeelding?

1. 2D
2. 3D
3. Geometrische vormen
4. Organische vormen

Welk begrip past bij de afbeelding?

1. Figuratieve kunst
2. Symmetrisch
3. Organische vormen
4. Geometrische vormen

Vormcontrast

Een vormcontrast ontstaat wanneer er 2 vormen die tegen elkaar afsteken, tegelijk in 1 beeld worden gebruikt. Voorbeelden zijn:

Rond - hoekig

Groot - klein

Gesloten - open

Symmetrisch - Asymmetrisch

Rond-hoekig

Organisch - geometrisch

Groot-klein

Gesloten-open

Statisch - Dynamisch

Symmetrisch - Asymmetrisch

Welk vormcontrast zie je hier?

1. Symmetrisch-Asymmetrisch
2. Gesloten-open
3. Groot-klein
4. Geometrisch-Organisch

Welk vormcontrast zie je hier?

1. Klein-Groot
2. Symmetrisch - Asymmetrsich
3. Open-Gesloten
4. Geometrisch-Organisch

Maak met verschillende materialen 5 kleine ruimtelijke studies waarin per studie een vormcontrast is verwerkt.

OPDRACHT

- Elke studie bevat één of twee verschillende materialen

- Voor elk van de hieronder benoemde vormcontrasten maak je een ruimtelijke studie

- Elke studie past binnen de marges van een denkbeeldige kubus van 15 x 15 x 15 cm

- Verf en andere materialen om je studie kleur te geven zijn NIET toegestaan, de kleur van je materiaal is what it is

Vormcontrasten:

• Organisch – Geometrisch

• Statisch – Dynamisch

• Groot – Klein

• Open – Gesloten

• Symmetrisch - Asymmetrish

- Leg verschillende materialen op tafel en assembleer en combineer verschillende samenstellingen

- Kijk of je vormen kunt knippen, snijden, zagen, boetseren, die horen bij een van bovenstaande vormcontrasten

- Creëer en maak nu de combinaties definitief

- Zorg voor 5 overduidelijke studies

- Zet de vormcontrasten op een rijtje, laat zien (schrijf op briefje bijv.) welk vormcontrast het is en maak er 1 of meerdere mooie foto’s van.