Quiz Hoofdstuk 3

Vooraf aan quiz
Je gaat zo naar de website: Lessonup.app
Daar voer je de code in die zo op het scherm komt.

Voor de meeste vragen zul je wat moeten uitwerken in je schrift. 
Rekenmachine moet je ook bij de hand hebben.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vooraf aan quiz
Je gaat zo naar de website: Lessonup.app
Daar voer je de code in die zo op het scherm komt.

Voor de meeste vragen zul je wat moeten uitwerken in je schrift. 
Rekenmachine moet je ook bij de hand hebben.

Slide 1 - Slide

Gegeven is
Bereken f(-3).
Vraag 1/19
f(x)=2x23x+10
A
f(-3) = 37
B
f(-3) = 1
C
f(-3) = 7
D
f(-3) = 19

Slide 2 - Quiz

Hoe maak je de tabel als je de grafiek gaat tekenen bij een kwadratische functie.
Vraag 2/19
A
x-waarden van -3 t/m 3
B
7 x-waarden met de top in het midden
C
5 x-waarden met de top in het midden
D
Je mag zelf kiezen, als je het maar goed berekent.

Slide 3 - Quiz

Bij een kwadratische functie weet je dat:
f(4) = 10 en f(8) = 10
Op welke x-coördinaat ligt de top van f(x)
Vraag 3/19
A
x = 10
B
x = 0
C
x = 6
D
Dat kun je niet weten

Slide 4 - Quiz

Wat is de standaardvorm van een kwadratisch verband.
Vraag 4/19
A
f(x)=ax2+bx+c
B
f(x)=a(xd)(xe)
C
y=x2
D
f(x)=a(xp)2+q

Slide 5 - Quiz

Hoe bereken je de x-coördinaat van de top van een functie in de standaardvorm
Vraag 5/19
f(x)=ax2+bx+c
A
xtop=2ab
B
xtop=2ab
C
De formule gelijkstellen aan nul en dan oplossen.
D
Het kan alleen met symmetrie

Slide 6 - Quiz

Gegeven is
Bereken de coördinaten van de top.
Vraag 6/19
f(x)=3x224x+10
A
Top = 4
B
Top = (4, -38)
C
Top = (4, -62)
D
(-4, 154)

Slide 7 - Quiz

Hoe zie je of een kwadratische functie in de vorm

een dal- of bergparabool als grafiek heeft?
Vraag 7/19
f(x)=ax2+bx+c
A
Als x = positief, dalparabool, als x = negatief bergparabool
B
a < 0, dalparabool. a > 0, bergparabool.
C
a > 0, dalparabool. a < 0, bergparabool.
D
Dat kun je niet zien, je moet een tabel maken.

Slide 8 - Quiz

Los de kwadratische vergelijking op.
Vraag 8/19
7x221x=0
A
x = 3
B
x = 0 of x = 3
C
x = 0 of x = -3
D
Geen oplossingen

Slide 9 - Quiz

Los de kwadratische vergelijking op.
Vraag 9/19
x2+11x+18=0
A
x = 2 of x = 9
B
x = -3 of x = -6
C
x = -2 of x = -9
D
Geen oplossingen

Slide 10 - Quiz

Los de kwadratische vergelijking op.
Vraag 10/19
(3x5)(2x+9)=0
A
Kan niet
B
x = 5 of x = -9
C
x = 0
D
x=132ofx=421

Slide 11 - Quiz

Los de kwadratische vergelijking op.
Vraag 11/19
(x+2)(x4)=7
A
x = -2 of x = 4
B
x = 3 of x = -5
C
x = -3 of x = 5
D
Kan niet

Slide 12 - Quiz


Snijpunten met de x-as vind je door ...
Vraag 12/19
A
Nul in te vullen voor x
B
Symmetrie te vinden
C
2ab
D
De functie gelijk te stellen aan nul.

Slide 13 - Quiz


Het snijpunt met de y-as vind je door ...
Vraag 13/19
A
Nul in te vullen voor x
B
Symmetrie te vinden
C
2ab
D
De functie gelijk te stellen aan nul

Slide 14 - Quiz

Geef de snijpunten met de x-as van
Vraag 14/19
f(x)=x26x+8
A
x = 2 en x = 4
B
(2, 0) en (4, 0)
C
(-2, 0) en (-4, 0)
D
x = -2 en x = -4

Slide 15 - Quiz

Geef het snijpunt met de y-as van

Vraag 15/19
f(x)=x26x+8
A
(2, 0) en (4, 0)
B
y = 8
C
(8, 0)
D
(0, 8)

Slide 16 - Quiz

Wat kun je direct aflezen bij een kwadratische functie in de vorm
f(x) = a(x-d)(x-e)
Vraag 16/19
A
Het snijpunt met de y-as
B
De top
C
De snijpunten met de x-as
D
Niets

Slide 17 - Quiz

Geef de snijpunten met de x-as van:

Vraag 17/19
f(x)=3(x2)(x+6)
A
x = 2 of x = -6
B
(2, 0) en (-6, 0)
C
(-2, 0) en (6, 0)
D
x = -2 of x = 6

Slide 18 - Quiz

Geef de snijpunten met de y-as van:

Vraag 18/19
f(x)=3(x2)(x+6)
A
(2, 0) en (-6, 0)
B
(0, 6)
C
(0 , 36)
D
(0, -36)

Slide 19 - Quiz

Gegeven is de functie f(x) =
De grafiek van deze functie wordt 3 naar rechts
en 5 omlaag verschoven.
Wat wordt het nieuwe functievoorschrift?
Vraag 19/19
x2
A
f(x)=5x2+3
B
f(x)=(x+3)25
C
f(x)=x2+3x5
D
f(x)=(x3)25

Slide 20 - Quiz