Uitlegles leerdoel 2

H1 Lineaire en exponentiële formules




Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

1 / 32
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1 Lineaire en exponentiële formules




Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

Slide 1 - Slide

Opbouw les 
  • Start
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Welke vragen heb je over het huiswerk? 
Noteer alleen het opgave nummer.

Slide 3 - Mind map

Terugblik

Slide 4 - Slide


Check!
Maak opgave Test Jezelf opgave 1abcd (blz. 36)

timer
10:00

Slide 5 - Open question

Werkwijze tijdens de lessen
We hebben in periode 1 twee reguliere lesuren wiskunde op het rooster staan en 1 flexuur.

Maandag (flex)
Zelfstandig aan de slag (deels in stilte en deels samenwerken)
Mogelijkheid tot extra uitleg en hulp.

Maandag   
Terugblik om de weektaak van de week ervoor.
Nieuwe uitleg (uitdelen gedeelde lessen).
Zelfstandig aan de slag (deels in stilte en deels op fluistertoon).

Woensdag 
Nieuwe uitleg 
Zelfstandig aan de slag (deels in stilte en deels samenwerken) 







Slide 6 - Slide



Het maken van aantekeningen is niet verplicht, maar wel aan te raden.

Het is wel verplicht om aantekeningen te maken van de gedeelde lessen.






 

Slide 7 - Slide

Ik kan de coördinaten van het snijpunt van twee lineaire grafieken berekenen.

Slide 8 - Mind map

Lineaire functie
De standaardvorm van een lineaire functie: 
Er is een verband tussen de variabelen x en y.


 f(x) = a x + b
 f(x) = y

Slide 9 - Slide

Lineaire functie
De standaardvorm van een lineaire functie: 
Er is een verband tussen de variabelen x en y.

a = hellingsgetal / richtingscoëfficiënt. 
Dit getal geeft de richting aan van de grafiek.
Wat komt er per 1 bij/af?




 f(x) = a x + b

Slide 10 - Slide

Lineaire functie
De standaardvorm van een lineaire functie: 
Er is een verband tussen de variabelen x en y.

a = hellingsgetal / richtingscoëfficiënt. 
Dit getal geeft de richting aan van de grafiek.
Wat komt er per 1 bij/af?




 f(x) = a x + b
  a   stapgrootte
       hellingsgetal
       richtingscoëfficiënt

Slide 11 - Slide

Lineaire functie
De standaardvorm van een lineaire functie: 
Er is een verband tussen de variabelen x en y.

a = hellingsgetal / richtingscoëfficiënt. 
Dit getal geeft de richting aan van de grafiek.
Wat komt er per 1 bij/af?

b = beginwaarde (startgetal)
Hier snijdt de grafiek de verticale as.
(0, .. ),  dus de beginwaarde is ...
 f(x) = a x + b

Slide 12 - Slide

Lineaire functie
De standaardvorm van een lineaire functie: 
Er is een verband tussen de variabelen x en y.

a = hellingsgetal / richtingscoëfficiënt. 
Dit getal geeft de richting aan van de grafiek.
Wat komt er per 1 bij/af?

b = beginwaarde (startgetal)
Hier snijdt de grafiek de verticale as.
(0, .. ),  dus de beginwaarde is ...
 f(x) = a x + b
b  startgetal
    beginwaarde

  a   stapgrootte
       hellingsgetal
       richtingscoëfficiënt

Slide 13 - Slide

Functie waarde berekenen
Voorbeeld

Het gegeven functievoorschrift is f(x) = 3x + 2
Bereken f(2).




Slide 14 - Slide

Functie waarde berekenen
Voorbeeld

Het gegeven functievoorschrift is f(x) = 3x + 2
Bereken f(2).

f(2) = 3 · 2 + 2 
      = 6 + 2   
      = 8
De functiewaarde voor f(2) = 8.

Bij het functievoorschrift is f(x) = 3x + 2 is de richtingscoëfficiënt 3  (a=3).


Slide 15 - Slide




Stappenplan


Stap 1    Noteer de vergelijking f(x) = g(x)

     

.


Bereken bij f(x) 7 - 5x en g(x) =28 - 8x de coördinaten van het snijpunt. 


Coördinaten berekenen van een snijpunt van twee functies.

Slide 16 - Slide




Stappenplan


Stap 1    Noteer de vergelijking f(x) = g(x)

      

.


Bereken bij f(x) 7 - 5x en g(x) =28 - 8x de coördinaten van het snijpunt. 

Stap 1      f(x) = g(x)
              7 - 5x = 28 - 8x

Coördinaten berekenen van een snijpunt van twee functies.

Slide 17 - Slide




Stappenplan


Stap 1    Noteer de vergelijking f(x) = g(x)

Stap 2   Bereken de x-coördinaat van het snijpunt.
           Los de vergelijking op met de balansmethode.

          

.


Bereken bij f(x) 7 - 5x en g(x) =28 - 8x de coördinaten van het snijpunt. 

Stap 1      f(x) = g(x)
              7 - 5x = 28 - 8x


Coördinaten berekenen van een snijpunt van twee functies.

Slide 18 - Slide




Stappenplan


Stap 1    Noteer de vergelijking f(x) = g(x)

Stap 2   Bereken de x-coördinaat van het snijpunt.
           Los de vergelijking op met de balansmethode.

        

.


Bereken bij f(x) 7 - 5x en g(x) =28 - 8x de coördinaten van het snijpunt. 

Stap 1      f(x) = g(x)
              7 - 5x = 28 - 8x
Stap 2     -5x = 21 - 8x
              3x = 21
              x = 7

Coördinaten berekenen van een snijpunt van twee functies.

Slide 19 - Slide




Stappenplan


Stap 1    Noteer de vergelijking f(x) = g(x)

Stap 2   Bereken de x-coördinaat van het snijpunt.
           Los de vergelijking op met de balansmethode.

Stap 3   Bereken de y-coördinaat van het snijpunt.
           Vul de x-coördinaat die je net hebt berekend in                 een van de functievoorschriften.
            

.


Bereken bij f(x) 7 - 5x en g(x) =28 - 8x de coördinaten van het snijpunt. 

Stap 1      f(x) = g(x)
              7 - 5x = 28 - 8x
Stap 2     -5x = 21 - 8x
              3x = 21
              x = 7

Coördinaten berekenen van een snijpunt van twee functies.

Slide 20 - Slide




Stappenplan


Stap 1    Noteer de vergelijking f(x) = g(x)

Stap 2   Bereken de x-coördinaat van het snijpunt.
           Los de vergelijking op met de balansmethode.

Stap 3   Bereken de y-coördinaat van het snijpunt.
           Vul de x-coördinaat die je net hebt berekend in                 een van de functievoorschriften.
            

.


Bereken bij f(x) 7 - 5x en g(x) =28 - 8x de coördinaten van het snijpunt. 

Stap 1      f(x) = g(x)
              7 - 5x = 28 - 8x
Stap 2     -5x = 21 - 8x
              3x = 21
              x = 7
Stap 3     f(7) = 7 - 5 • 7 = 7 - 35 = -28 


Coördinaten berekenen van een snijpunt van twee functies.

Slide 21 - Slide




Stappenplan


Stap 1    Noteer de vergelijking f(x) = g(x)

Stap 2   Bereken de x-coördinaat van het snijpunt.
           Los de vergelijking op met de balansmethode.

Stap 3   Bereken de y-coördinaat van het snijpunt.
           Vul de x-coördinaat die je net hebt berekend in                 een van de functievoorschriften.
Stap 4  Controleer het gevonden snijpunt.  
           Vul de x-coördinaat ook in de andere  
           functievoorschrift in.        
         

.


Bereken bij f(x) 7 - 5x en g(x) =28 - 8x de coördinaten van het snijpunt. 

Stap 1      f(x) = g(x)
              7 - 5x = 28 - 8x
Stap 2     -5x = 21 - 8x
              3x = 21
              x = 7
Stap 3     f(7) = 7 - 5 • 7 = 7 - 35 = -28 


Coördinaten berekenen van een snijpunt van twee functies.

Slide 22 - Slide




Stappenplan


Stap 1    Noteer de vergelijking f(x) = g(x)

Stap 2   Bereken de x-coördinaat van het snijpunt.
           Los de vergelijking op met de balansmethode.

Stap 3   Bereken de y-coördinaat van het snijpunt.
           Vul de x-coördinaat die je net hebt berekend in                 een van de functievoorschriften.
Stap 4  Controleer het gevonden snijpunt.  
           Vul de x-coördinaat ook in de andere  
           functievoorschrift in.        
      

.


Bereken bij f(x) 7 - 5x en g(x) =28 - 8x de coördinaten van het snijpunt. 

Stap 1      f(x) = g(x)
              7 - 5x = 28 - 8x
Stap 2     -5x = 21 - 8x
              3x = 21
              x = 7
Stap 3     f(7) = 7 - 5 • 7 = 7 - 35 = -28 


Stap 4    g(7) = 28 - 8 • 7 = 28 - 56 = -28



Coördinaten berekenen van een snijpunt van twee functies.

Slide 23 - Slide




Stappenplan


Stap 1    Noteer de vergelijking f(x) = g(x)

Stap 2   Bereken de x-coördinaat van het snijpunt.
           Los de vergelijking op met de balansmethode.

Stap 3   Bereken de y-coördinaat van het snijpunt.
           Vul de x-coördinaat die je net hebt berekend in                 een van de functievoorschriften.
Stap 4  Controleer het gevonden snijpunt.  
           Vul de x-coördinaat ook in de andere  
           functievoorschrift in.        
Stap 5 Noteer de coördinaten van het snijpunt.            

.


Bereken bij f(x) 7 - 5x en g(x) =28 - 8x de coördinaten van het snijpunt. 

Stap 1      f(x) = g(x)
              7 - 5x = 28 - 8x
Stap 2     -5x = 21 - 8x
              3x = 21
              x = 7
Stap 3     f(7) = 7 - 5 • 7 = 7 - 35 = -28 


Stap 4    g(7) = 28 - 8 • 7 = 28 - 56 = -28



Coördinaten berekenen van een snijpunt van twee functies.

Slide 24 - Slide




Stappenplan


Stap 1    Noteer de vergelijking f(x) = g(x)

Stap 2   Bereken de x-coördinaat van het snijpunt.
           Los de vergelijking op met de balansmethode.

Stap 3   Bereken de y-coördinaat van het snijpunt.
           Vul de x-coördinaat die je net hebt berekend in                 een van de functievoorschriften.
Stap 4  Controleer het gevonden snijpunt.  
           Vul de x-coördinaat ook in de andere  
           functievoorschrift in.        
Stap 5 Noteer de coördinaten van het snijpunt.            

.


Bereken bij f(x) 7 - 5x en g(x) =28 - 8x de coördinaten van het snijpunt. 

Stap 1      f(x) = g(x)
              7 - 5x = 28 - 8x
Stap 2     -5x = 21 - 8x
              3x = 21
              x = 7
Stap 3     f(7) = 7 - 5 • 7 = 7 - 35 = -28 


Stap 4    g(7) = 28 - 8 • 7 = 28 - 56 = -28


Stap 5    De coördinaten van het snijpunt zijn (7,-28).
Coördinaten berekenen van een snijpunt van twee functies.

Slide 25 - Slide

Begrippen voorkennis

Lineair verband
Lineaire formule
Hellingsgetal
Startgetal
Uitgedrukt in
exponentieel
groeifactor


Slide 26 - Slide

Ik kan een functievoorschrift geven bij een 
formule en hiermee werken.
Succescriteria

Ik kan de begrippen functie, functievoorschrift, functiewaarde afhankelijke variabele en onafhankelijke variabele.
Ik kan een functievoorschrift maken bij een formule.


Slide 27 - Slide

Aan de slag
Noteer eerst de aantekeningen in je schrift.

Maak
opgaven: (8), 9, 10, 11, (12), 13, 14
Let ook op je notatie! 
Je mag de uitdagende opgaven ook proberen te maken.

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
- Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
- Snap je niet wat je fout gedaan hebt? Vraag een klasgenoot, ouder of je docent om hulp.
- Ben je thuis en je komt er echt niet uit? Zet er dan even een kruisje voor en vraag het de eerst volgende les.

Lever in je nagekeken uitwerkingen van opgaven 10 en 13b via de volgende slides.


timer
10:00

Slide 28 - Slide

Zelfstandig werken (op fluistertoon) aan je leerdoel.


Pak je iPad erbij en open de gedeelde les (leerdoel 1).
Neem de aantekeningen eerst over in je schrift.
Maak de opgaven.

Lukt een opgave niet?
Overleg bij vragen eerst met je klasgenoot.
Komen jullie samen er niet uit vraag mij om hulp.






timer
10:00

Slide 29 - Slide


EXIT
Noteer 2 vragen die je nog hebt naar aanleiding van deze les.

Slide 30 - Open question

Afsluiten

Slide 31 - Slide

Aan de slag
Vul de exit-vragen in.
Maak een begin met de weektaak.
De leerdoelen 1, 2 en 3 moeten voor maandag af zijn.
Leerdoel 4 mag je al mee beginnen (nog geen huiswerk).

Slide 32 - Slide