Quiz Hoofdstuk 3

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Lesdoel(en)

- Je checkt met de quiz welke onderdelen van het hoofdstuk je al beheerst en welke onderdelen je nog moet oefenen de komende lessen.

- Noteer voor jezelf welk onderdeel het betreft!

Vooraf aan quiz

Doe mee via Lessonup.app

Voor de meeste vragen zul je wat moeten uitwerken in je schrift. Op havo 3 zijn  de meeste vragen zijn te moeilijk/groot om uit je hoofd te doen. 

Rekenmachine ook bij de hand hebben.

Gegeven is
Bereken f(-3).

Vraag 1/19

f(x)=2x​2​​−3x+10

1. f(-3) = 37
2. f(-3) = 1
3. f(-3) = 7
4. f(-3) = 19

Hoe maak je de tabel als je de grafiek gaat tekenen bij een kwadratische functie.

Vraag 2/19

1. x-waarden van -3 t/m 3
2. 7 x-waarden met de top in het midden
3. 5 x-waarden met de top in het midden
4. Je mag zelf kiezen, als je het maar goed berekent.

Bij een kwadratische functie weet je dat:
f(4) = 10 en f(8) = 10
Op welke x-coördinaat ligt de top van f(x)

Vraag 3/19

1. x = 10
2. x = 0
3. x = 6
4. Dat kun je niet weten

Wat is de standaardvorm van een kwadratisch verband.

Vraag 4/19

1. f(x)=ax​2​​+bx+c
2. f(x)=a(x−d)(x−e)
3. y=x​2​​
4. f(x)=a(x−p)​2​​+q

Hoe bereken je de x-coördinaat van de top van een functie in de standaardvorm

Vraag 5/19

f(x)=ax​2​​+bx+c

1. x​top​​=−​2a​​b​​
2. x​top​​=​2a​​b​​
3. De formule gelijkstellen aan nul, dan oplossen.
4. Het kan alleen met symmetrie

Gegeven is
Bereken de coördinaten van de top.

Vraag 6/19

f(x)=3x​2​​−24x+10

1. Top = 4
2. Top = (4, -38)
3. Top = (4, -62)
4. Top = (-4, 154)

Hoe zie je of een kwadratische functie in de vorm

een dal- of bergparabool als grafiek heeft?

Vraag 7/19

f(x)=ax​2​​+bx+c

1. Als x = positief, dalparabool, als x = negatief bergparabool
2. a < 0, dalparabool. a > 0, bergparabool.
3. a > 0, dalparabool. a < 0, bergparabool.
4. Dat kun je niet zien, je moet een tabel maken.

Los de kwadratische vergelijking op.

Vraag 8/19

7x​2​​−21x=0

1. x = 3
2. x = 0 of x = 3
3. x = 0 of x = -3
4. Geen oplossingen

Los de kwadratische vergelijking op.

Vraag 9/19

x​2​​+11x+18=0

1. x = 2 of x = 9
2. x = -3 of x = -6
3. x = -2 of x = -9
4. Geen oplossingen

Los de kwadratische vergelijking op.

Vraag 10/19

(3x−5)(−2x+9)=0

1. Kan niet
2. x = 5 of x = -9
3. x = 0
4. x=1​3​​2​​ofx=4​2​​1​​

Los de kwadratische vergelijking op.

Vraag 11/19

(x+2)(x−4)=7

1. x = -2 of x = 4
2. x = 3 of x = -5
3. x = -3 of x = 5
4. Kan niet

Snijpunten met de x-as vind je door ...

Vraag 12/19

1. Nul in te vullen voor x
2. Symmetrie te vinden
3. −​2a​​b​​
4. De functie gelijk te stellen aan nul.

Het snijpunt met de y-as vind je door ...

Vraag 13/19

1. Nul in te vullen voor x
2. Symmetrie te vinden
3. −​2a​​b​​
4. De functie gelijk te stellen aan nul

Geef de snijpunten met de x-as van

Vraag 14/19

f(x)=x​2​​−6x+8

1. x = 2 en x = 4
2. (2, 0) en (4, 0)
3. (-2, 0) en (-4, 0)
4. x = -2 en x = -4

Geef het snijpunt met de y-as van

Vraag 15/19

f(x)=x​2​​−6x+8

1. (2, 0) en (4, 0)
2. y = 8
3. (8, 0)
4. (0, 8)

Geef de snijpunten met de x-as van:

Vraag 17/19

f(x)=3(x−2)(x+6)

1. x = 2 of x = -6
2. (2, 0) en (-6, 0)
3. (-2, 0) en (6, 0)
4. x = -2 of x = 6

Geef de snijpunten met de y-as van:

Vraag 18/19

f(x)=3(x−2)(x+6)

1. (2, 0) en (-6, 0)
2. (0, 6)
3. (0 , 36)
4. (0, -36)

Gegeven is de functie f(x) =
Deze grafiek wordt eerst 5 omlaag verschoven en dan komen alle punten 2 keer zover van de x-as.
Wat wordt het nieuwe functievoorschrift?

Vraag 19/19

x​2​​

1. f(x)=​2​​1​​x​2​​+10
2. f(x)=2x​2​​−5
3. f(x)=2x​2​​+10
4. f(x)=2x​2​​−10

Zelfstandige werktijd

- Je bent aan het werk voor wiskunde.
- Je mag overleggen als je er zelf niet uit komt.

- Je kunt aan de slag met achtergebleven werk of met de Diagnostische toets / Gemengde opgaven.

Stil werken

Je bent zelfstandig en stil aan het werk.
Je mag nu niet met elkaar overleggen.

- Je kunt aan de slag met achtergebleven werk of met de Diagnostische toets / Gemengde opgaven.

Afsluiting

Morgen en overmorgen gewoon werklessen.
Tijd om hoofdstuk 3 af te maken.

, want

Vrijdag beginnen we met voorkennis H4.