Les 8.3 - arbeid deel 2

H6 arbeid en energie

Lesplanning:

1. Klassikaal herhaling arbeid en voorbeeldopgave
   
2. Afronden opgaven van §6.1
3. Uitleg wet behoud van energie

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan je …

• kan je de door een kracht geleverde arbeid berekenen.

Waarom nemen speerwerpers een aanloop? Gebruik het begrip arbeid in je antwoord.

Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.
Bereken de arbeid die de onderstaande krachten verrichten.

Spierkracht

Wrijvingskracht

Zwaartekracht

500 Nm

0 Nm

6000 Nm

- 500 Nm

0 Nm

- 6000 Nm

Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.

W​F​sp​​​​=50⋅10=500Nm

W​F​w​​​​=−50⋅10=−500Nm

W​F​z​​​​=600⋅0=0Nm

Naar beneden.

1. Hoe groot is de arbeid die de zwaartekracht verricht wanneer de skiër met een massa van
   60 kg, 120 m omlaag gaat.
2. De wrijvingskracht is 35 N. Bereken de arbeid die de wrijvingskracht verricht.

W = F * ∆h Uitleggen dat het daarom in theorie evenveel energie kost om iets op te tillen of omhoog te rollen maar dat je minder kracht nodig hebt.

Aan de slag

Maken en nakijken

§6.1 opgave
(1), (2), 3, 4, (5), 6, (7) en 8

(9), 10 en 11

§6.2 Energiesoorten

E_z

licht

Warmte = Q

arbeid

E_ch

E_elektrisch

Kernenergie

Welke energieomzetting vindt plaats als je fietst op een e-bike?

Kinetische energie

• Wat is bewegingsenergie?
• Hoe kan je de bewegingsenergie vergroten? 
• Heeft een boot met maar 1 persoon en gelijke snelheid evenveel bewegingsenergie?

Energie vergroten door arbeid te leveren

zwaarte-energie

• Wat is zwaarte-energie?
  
• Hoe kan je de zwaarte-energie van een voorwerp vergroten? 
• Op de grond heeft een voorwerp geen zwaarte-energie.