Klas 2 Chapitre 2 Bron C

Klas 2 Chapitre 2 Bron C
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 65 min

Items in this lesson

Klas 2 Chapitre 2 Bron C

Slide 1 - Slide

le temps, la date, l'heure
Quel temps fait-il?
Quelle est la date?
Quelle heure est-il?

Slide 2 - Slide

Les devoirs 
faire: 9 à 12, Source B, chapitre 2
apprendre phrases C
réviser: vocabulaire A & B

Slide 3 - Slide

Les objectifs
Ik weet hoe de letters e, d, t, x, en s aan het einde van een woord worden uitgesproken.
Ik kan zeggen of ik een huisdier heb en welk huisdier. 
Ik kan iets over mijn familie zeggen.

 

Slide 4 - Slide

Ta présentation
minimum de 5 phrases par sujet, 7 sujets
par coeur 
présentations en classe


Slide 5 - Slide

toi
Naam
Leeftijd
Woonplaats
Nationaliteit
Hobby's
Huisdieren

Slide 6 - Slide

ton école
welke school
welke klas
lievelingsvak
welk vak je niet leuk vindt
Iets over een docent

Slide 7 - Slide

tes amis
Mijn vrienden zijn ...
Mijn beste vriend/vriendin ...
Iets over zijn/haar leeftijd, woonplaats, klas, hobby's.
Waar heb je hem/haar leren kennen?
Wat je leuk vindt om samen te doen?



Slide 8 - Slide

Les devoirs
Faites: exercices 9 à 12 Chapitre 2, Partie B
Apprenez: Phrases C
Révisez: Vocabulaire A + B

Slide 9 - Slide

ta famille
Wij zijn een gezin van 4.
Mijn moeder heet ... Zij is ... jaar oud. Ze houdt van sporten.
Mijn vader heet ... Hij is ... jaar oud. Hij houdt van koken.
Mijn broer/zus/kat/hond heet ... Hij/Zij is ... jaar oud. Hij/Zij houdt van lezen.


Slide 10 - Slide

Au travail
Partie B & C
exercice 9 à 14
13e ensemble
Lire + Parler

Slide 11 - Slide

Parler
>A: Tu as un animal de compagnie?
< B: Oui, j'ai un chien et deux chats. Ils s'appellent Vala, Nox et Flex.
Non, je n'ai pas d'animal de compagnie. 
> A: Il est sympa, ton chien/chat?
< B: Oui, je l'adore!
> A: Tu préfères les chiens ou les chats? les chevaux ou les vaches? 
< B: Je préfère les ...

Slide 12 - Slide

Tout compris?
Ik weet hoe de letters e, d, t, x, en s aan het einde van een woord worden uitgesproken.
Ik kan zeggen of ik een huisdier heb en welk huisdier.
Ik weet wat ik voor mijn spreekvaardigheid moet doen.

Slide 13 - Slide