This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding
condenseren
vervluchtigen
smelten
stollen
rijpen
verdampen
Slide 3 - Drag question
Stollen
Smelten
Verdampen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Door afkoelen wordt een vloeistof een vaste stof
Door opwarmen wordt een vaste stof een vloeistof
Door opwarmen wordt een vloeistof een gas
Door afkoelen wordt een gas een vloeistof
Een vaste stof wordt gelijk een gas, slaat vloeistof fase over
Een gas wordt gelijk een vaste stof, slaat vloeistof fase over
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Welke van de volgende uitspraken is waar?
A
De bellen in kokend water bestaan uit waterdamp
B
De bellen in kokend water bestaan uit lucht
C
De bellen in kokend water bestaan uit nevel
Slide 17 - Quiz
Voordat water kookt ontstaan er bellen.
A
De bellen die ontstaan tijdens het verwarmen bestaan uit lucht
B
De bellen die ontstaan tijdens het verwarmen bestaan uit waterdamp
C
De bellen die ontstaan tijdens het verwarmen bestaan uit water
Slide 18 - Quiz
Welke van de volgende uitspraken is waar?
A
Als water kookt, dan neemt de temperatuur van het water toe
B
Als water kookt, dan blijft de temperatuur van het water gelijk
C
Als water kookt, dan neemt de temperatuur van het water af
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Als je zout of antivries aan water toevoegt wordt..?
A
water een Vaste stof
B
het vriespunt van water hoger
C
het vriespunt van water lager
D
het kookpunt van water hoger
Slide 40 - Quiz
Tussen het smelt- en kookpunt is een stof in welke fase?
Slide 41 - Open question
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
In de tabel staan twaalf stoffen. Peter heeft één van deze stoffen in een fles. De stof komt vloeibaar uit de vriezer (−18 °C). Als de vloeistof een poosje bij kamertemperatuur (20 °C) staat, is de stof aan het koken. Welke van de stoffen in de tabel zou dit kunnen zijn?
A
alcohol
B
butaan
C
kwik
D
propaan
Slide 44 - Quiz
In de tabel staan vijf stoffen. Welke van deze stoffen heeft een vaste vorm bij 750 °C?
A
alcohol
B
aluminium
C
glycerol
D
goud
Slide 45 - Quiz
Wat is de fase van alcohol bij -115°C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 46 - Quiz
Wat is de fase van butaan bij 0°C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 47 - Quiz
Wat is de fase van goud bij 3000°C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 48 - Quiz
Wat is de fase van kwik bij -39°C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 49 - Quiz
Tussen welke temperaturen is alcohol een gas en water vloeibaar ?