This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Quizzzz
Hst 6 Welvaart wereldwijd
Slide 1 - Slide
Hoe kun je welvaart tussen twee landen vergelijken?
A
Door de hoogste inkomens per land te vergelijken
B
Door de laagste inkomens per land te vergelijken
C
Door het inkomen per hoofd te vergelijken
D
Door het nationaal inkomen te vergelijken
Slide 2 - Quiz
Het nationaal inkomen van Malawi is 13,8 miljard. Malawi heeft 17,3 miljoen inwoners. Wat is het inkomen per hoofd van de bevolking?
A
1000
B
797,69
C
800
D
790
Slide 3 - Quiz
Wat is geen kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
snelle bevolkingsgroei
B
gebrek aan schoondrinkwater
C
goede infrastructuur
D
slechte scholing
Slide 4 - Quiz
Geef aan of de onderstaande quote wel of geen kenmerk is van een ontwikkelingsland
Hoge werkloosheid?
A
Wel
B
Geen
Slide 5 - Quiz
Geef aan of de onderstaande quote wel of geen kenmerk is van een ontwikkelingsland
Hoge levensverwachting?
A
Wel
B
niet
Slide 6 - Quiz
Vul het juiste woord in de onderstaande zin
Door scholing krijgen mensen meer / minder technische kennis
A
meer
B
minder
Slide 7 - Quiz
Vul het juiste woord in de onderstaande zin
Technische kennis is nodig om de arbeidsproductiviteit te laten dalen / stijgen
A
dalen
B
stijgen
Slide 8 - Quiz
De prijs van 100 kg rijst was in 2016 gem. € 35. In het jaar 2017 was de prijs van 100 kg rijst nog maar € 28. Bereken hoeveel procent de prijs van 100 kilo rijst in 2017 is gedaald ten opzichte van 2016 .
A
20%
B
10%
C
15,6%
D
8,9%
Slide 9 - Quiz
India ontvangt geld voor het verbeteren van de infrastructuur.
A
structurele hulp
B
nood hulp
Slide 10 - Quiz
Kenia ontvangt tenten en medicijnen na een burger oorlog
A
noodhulp
B
structurele hulp
Slide 11 - Quiz
Een koffieboer had in 2018 een inkomen van € 5000 per jaar. In 2019 Is dit nog maar € 3500. Bereken hoeveel procent het loon in 2019 later is dan in 2018.
A
10%
B
20%
C
30%
D
49%
Slide 12 - Quiz
In derde wereld landen krijgen mensen niet vaak een lening van traditionele banken. Wat is daarvoor de reden
A
ze hebben geen lening nodig
B
ze hebben geen schuld bij de bank
C
Ze hebben geen vast inkomen
D
Ze hebben veel onderpand
Slide 13 - Quiz
Ali groeit op in India. Ze hebben daar te maken met de vicieuze cirkel. Het gezin was arm en bleef arm. De volgende drie stappen laten zien hoe z'n vicieuze cirkel werkt. 1. weinig werkgelegenheid 2. lage productie 3. weinig vraag naar goederen
A
armoede, 1, 2, 3, armoede
B
armoede, 2, 1, 3, armoede
C
armoede, 3, 1, 2, armoede
D
armoede, 3, 2, 1, armoede
Slide 14 - Quiz
In Zuid Afrika leven 69 miljoen mensen. Van de bevolking leeft nog steeds 43,2 % onder de armoede grens. Bereken het aantal mensen dat in Zuid Afrika onder de armoede grens leeft