3TL 2.3 In beweging les 2

Begintaak
In de vorige eeuw werd een bepaald hondenras speciaal gefokt om het kenmerk ‘openblijvende fontanel’. Tegenwoordig is bij oudere honden van dit ras de fontanel wel gesloten. De kans op hersenletsel bij deze dieren is daardoor kleiner.
--> Leg uit dat honden met een open fontanel meer kans op hersenletsel hebben dan honden met een gesloten fontanel.

1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Begintaak
In de vorige eeuw werd een bepaald hondenras speciaal gefokt om het kenmerk ‘openblijvende fontanel’. Tegenwoordig is bij oudere honden van dit ras de fontanel wel gesloten. De kans op hersenletsel bij deze dieren is daardoor kleiner.
--> Leg uit dat honden met een open fontanel meer kans op hersenletsel hebben dan honden met een gesloten fontanel.

Slide 1 - Slide

Begintaak antwoord
Leg uit dat honden met een open fontanel meer kans op hersenletsel hebben dan honden met een gesloten fontanel.

Bij honden met een openblijvende fontanel zijn de schedelbeenderen niet aan elkaar gegroeid. Ze geven dan geen optimale bescherming aan de hersenen. Hierdoor kan sneller hersenletsel optreden.


Slide 2 - Slide

In beweging!
2.1 Het skelet
2.2 Skelet en houding 
2.3 In beweging les 2
2.4 Blessures
2.5 Dieren bewegen 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uiteggen hoe spieren je botten laten bewegen
  • Je kunt de onderdelen van een spier benoemen en uitleggen hoe een spier samentrekt

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Bewegen

Botten kunnen zelf niet bewegen

Je spieren trekken samen (ze worden korter en dikker) en zo kan je bewegen.

Slide 6 - Slide

Spieren laten botten bewegen
Spieren bedekken je hele skelet. Spieren zitten met pezen vast aan het bot. 
De spier die samentrekt wordt korter en dikker. Deze trekt aan de pees die het bot in beweging brengt.

Slide 7 - Slide

Spieren laten botten bewegen
Spieren kunnen alleen samentrekken. Om een spier weer langer en korter te maken is een spier met tegengestelde beweging nodig = antagonist
Voorbeeld: biceps - triceps

Slide 8 - Slide

De bouw van een spier
Een spier is opgedeeld in spierbundels. 
Spierbundels bestaan uit spiervezels.
Spiervezels bevatten dwarswandjes waar draadjes tussen zitten.

Slide 9 - Slide

Werking Spieren
In spiervezels kunnen de draadjes naar elkaar toe bewegen. De spier wordt korter en dikker.

Slide 10 - Slide

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 11 - Quiz


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
Wordt de spier korter en dunner
B
Wordt de spier langer en dikker
C
Wordt de spier korter en dikker
D
Wordt de spier langer en dunner

Slide 12 - Quiz

Een spier trekt samen doordat

A
dwarswandjes in spiervezels samentrekken
B
dwarswandjes in spiervezels uitrekken
C
de dunne en dikke draadjes samentrekken
D
de dunne draadjes naar elkaar toe schuiven

Slide 13 - Quiz

Leg uit hoe spieren kunnen bewegen

Slide 14 - Open question

Opdracht: Koppel begrippen aan situaties 
Bedenk bij de - voor jou - lastigste woorden, een situatie waarin je het woord gebruikte of waarin je het woord zou kunnen gebruiken. 

Voorbeeld: Biceps
Mijn vriend Mark denkt dat hij sterk is 
en laat steeds zijn biceps zien.

Slide 15 - Slide

Lezen blz 96 t/m 100
Maken opdracht 1 t/m 12

Volgende les:
Wat gebeurt er als je traint?


Slide 16 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uiteggen hoe spieren je botten laten bewegen
  • Je kunt de onderdelen van een spier benoemen en uitleggen hoe een spier samentrekt

Slide 17 - Slide