This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Slide 1 - Slide
(spelen t.t.) 1. Het jongetje ....... in de zandbak.
Slide 2 - Open question
(zwemmen t.t.) 2. De kinderen ...... in het koude water.
Slide 3 - Open question
(wandelen t.t.) 3. Je ..... daar niet graag, hé?
Slide 4 - Open question
(nemen t.t.) 4. ...... je liever de andere weg?
Slide 5 - Open question
(redden t.t.) 5. Mijn zus ......... het wel dit schooljaar.
Slide 6 - Open question
(worden t.t.) 6. Jesse ..... bijna 10.
Slide 7 - Open question
(gooien t.t.) 7. Ank en Anja .... de bal naar elkaar over.
Slide 8 - Open question
(spelen t.t.) 8. Het elftal ........ vandaag thuis.
Slide 9 - Open question
(schudden t.t.) 9. Hij ...... de oplossing zo uit zijn mouw.
Slide 10 - Open question
(vinden t.t.) 10. .......... jij dat een leuke band?
Slide 11 - Open question
Herhaling PV TT
1. Het feest ........... uitgesteld. (zijn) 2. Deze wedstrijd ............ mij ontzettend. (vervelen) 3. Mijn zusjes .............. niet meer in Sinterklaas. (geloven) 4. ................. hij dat wel leuk om te doen? (vinden) 5. Mila ............... te weinig tijd aan haar huiswerk. (besteden)