WK 07 3M FR online

1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce que tu vas apprendre?
Aujourd'hui:
- On répète
- On va faire les exercices et répondre aux questions
- la conclusion
- Les devoirs

On y va!

Slide 2 - Slide

Comment tu te sens aujourd'hui?
Très mal / mal / ça va / bien / très bien
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Quelle est la date d'aujourd'hui?

Slide 4 - Open question

Wat heb je de vorige les geleerd? Noem 1 en geef 1 voorbeeld daarvan.

Slide 5 - Open question

La semaine dernière
Vorige week hebben we de volgende onderwerpen geleerd:
- Hoe je kunt aangeven wat je van iets vindt:
 'Je trouve que c'est .....'
- De datum in het Frans
- Het weer: 'la météo (Il fait froid/ Il neige)
-Le futur simple
- Wat je van de les vond: moeilijk, redelijk, makkelijk

Slide 6 - Slide

Cette semaine
-Herhalen we een aantal onderdelen zoals je mening geven, de datum en de grammatica.
- leren we nieuwe onderdelen waaronder:
 -hoe je vraagzinnen kunt maken met en zonder vraagwoord
-leren we hoe je kunt oefenen met Slim Stampen.
- Vatten we de les samen en bekijken we de weektaak.

Slide 7 - Slide

Waar komen de uitgangen van de futur simple?
A
Achter het hele werkwoord
B
Achter de stam van het werkwoord
C
Door er eerst de 'nous'-vorm van te maken
D
In de présent

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Kies de juiste vorm van de futur simple:
Tu ....
A
choisira
B
choisirai
C
choisiras

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vertaling van: 'Ik zal hebben'
A
je ferai
B
j'aurai
C
je pourrai

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van: 'Wat vind je niet leuk op school?'
A
Qu'est-ce que tu n'aimes pas à l'école?
B
Qu'est-ce que tu feras à l'école?
C
Tu n'aimes pas quoi?
D
Qu'est-ce que tu ne feras pas à l'école?

Slide 12 - Quiz

Vertaal: 'Wat is jouw lievelingsvak?'
A
Laquelle est-ce que tu préfères?
B
Quelle est ta préférée?
C
Pourquoi tu péfères cette matière?
D
Quelle est ta matière préférée?

Slide 13 - Quiz

Vertaal: 'Ik weet het niet'.

Slide 14 - Open question

Welk woord past?
......tu t'appelles?
A
quel
B
comment
C
quand
D
pourquoi

Slide 15 - Quiz

uitleg-video
Je gaat nu kijken naar een uitleg-video over vraagzinnen maken.
Tips: laat je niet afleiden
maak aantekeningen

Iets niet duidelijk? Stel vragen!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Hoe kun je een vraagzin maken zonder vraagwoord? Gebruik de voorbeeldzin: 'Tu manges une pomme'.

Slide 18 - Open question

 vraagzinnen
In het Frans kun je op verschillende manieren een vraag stellen. Let goed
op de woordvolgorde! 

Met een vraagwoord
– vraagwoord + est-ce que + gewone zin 
Pourquoi est-ce que tu veux devenir infirmière?

Slide 19 - Slide

?
Er zijn ook andere manieren om een vraag te stellen met een vraagwoord.
Andere manieren zijn:
– gewone zin + vraagwoord 
Tu veux travailler où?
– vraagwoord + gewone zin 
Pourquoi tu veux devenir infirmière?
– vraagwoord + inversie (omkering van onderwerp en persoonsvorm)
Pourquoi veux-tu devenir infirmière?

Slide 20 - Slide

Hoe kun je een vraagzin maken met een vraagwoord? Geef 1 voorbeeld.

Slide 21 - Open question

Maak met de volgende woorden een correcte vraagzin:
tu-veux-où-travailler?

Slide 22 - Open question

Maak een vraagzin met de volgende woorden:

tu-veux-infirmière-devenir-pourquoi-?

Slide 23 - Open question

La conclusion
Vandaag hebben we geleerd:
- De datum in het Frans: februari = février
- Futur simple -> hele ww + uitgangen (van 'avoir')
- Vraagzinnen maken zonder vraagwoord (zonder en met 'est-ce que')
- vraagzinnen met vraagwoord zoals: pourquoi, comment, quand

Slide 24 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd? Noem 1

Slide 25 - Open question

Weektaak
Van chapitre 3 maak je de opdrachten die bij G Lire en H grammaire horen: 26 t/m 32
 Van chapitre 4 maak de opdrachten die bij 'lecture' horen, dat is opgave 16.

Je leert met Slim Stampen D, E en F van chapitre 3
Bon travail!

Slide 26 - Slide