meervouden

meervouden
Het meervoud van woorden eindigt in het Nederlands meestal op -en.
Er zijn ook woorden die op -s eindigen.
Voor sommige woorden is het nodig om - 's te schrijven vanwege uitspraakproblemen.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

meervouden
Het meervoud van woorden eindigt in het Nederlands meestal op -en.
Er zijn ook woorden die op -s eindigen.
Voor sommige woorden is het nodig om - 's te schrijven vanwege uitspraakproblemen.

Slide 1 - Slide

Is het meervoud van muis muisen?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Is het meervoud van slof sloven?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

Is het meervoud van kleed kleedjes?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Is het meervoud van havik haviken?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van menu?
A
menuus
B
menús
C
menus
D
menu's

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud van racket?
A
Racket's
B
rackets

Slide 7 - Quiz

Wat is het meervoud van baby?
A
Babys
B
babies
C
baby's
D
babie's

Slide 8 - Quiz

Wat is het meervoud van cadeau?
A
cadeaux
B
kadoos
C
cadeau's
D
cadeaus

Slide 9 - Quiz

meervouden

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 10 - Quiz

meervouden

Wat is het meervoud van technologie?
A
technologies
B
technologieën
C
technologiën
D
technologieeën

Slide 11 - Quiz

Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 12 - Quiz