2C toets samengestelde zinnen en hoofdletters/leestekens

2C - Toets over H2 taalverzorging samengestelde zinnen + hoofdletters en leestekens
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2C - Toets over H2 taalverzorging samengestelde zinnen + hoofdletters en leestekens

Slide 1 - Slide

Instructie
Je krijgt zo 4 opdrachten. Elke opdracht heeft meerdere vragen. Voor elke opdracht is er een uitleg. Lees deze uitleg goed door en begin dan pas met de vragen. 

Succes!

Slide 2 - Slide

Opdracht A: samengestelde zin maken
Uitleg: Maak van de twee zinnen die je zo ziet een samengestelde zin. Gebruik het voegwoord dat tussen haakjes staat. Bij de laatste vraag moet je twee voegwoorden gebruiken. 

Slide 3 - Slide

(omdat) Eddie kwam eerder op school. Hij moest het eerste uur een toets inhalen.

Slide 4 - Open question

(maar) Al mijn vrienden gaan vanavond uit. Ik blijf lekker thuis.

Slide 5 - Open question

(want, dus) Hadiya stopt met tennissen. Ze wil liever turnen. Ze verkoopt haar tennisracket.

Slide 6 - Open question

Opdracht B: juiste woordvolgorde 
Uitleg: Jij moet de zin afmaken en kiezen uit mogelijkheid A of mogelijkheid B. Kies dus de juiste woordvolgorde. 

Slide 7 - Slide

Dit jaar zijn we naar Duitsland geweest en …
A
we willen volgend jaar naar Frankrijk.
B
willen we volgend jaar naar Frankrijk.

Slide 8 - Quiz

Opdracht C: kies het juiste voegwoord 
Uitleg: Je krijgt zo twee zinnen waar een voegwoord ontbreekt. Jij kiest het voegwoord dat op de lege plek hoort. 

Slide 9 - Slide

Morgen gaat Eline naar de tandarts, [...] haar kies doet pijn.
A
dus
B
omdat
C
want

Slide 10 - Quiz

[...] het erg druk was in de trein, had iedereen een zitplaats.
A
Hoewel
B
Maar
C
Want

Slide 11 - Quiz

Opdracht D: hoofdletters en leestekens
Uitleg: Je krijgt zo verschillende vragen over hoofdletters en leestekens. Vraag 1 is een open vraag over het gebruik van een komma. Bij de vragen daarna moet je zinnen overnemen en hoofdletters + leestekens plaatsen waar dat moet. 

Slide 12 - Slide

Wanneer gebruik je een komma? (er zijn meerdere antwoorden mogelijk)

Slide 13 - Open question

’s morgens is het meestal rustig in de hema maar op vrijdag is het altijd druk

Slide 14 - Open question

als je deze winter zin hebt kunnen we samen gaan schaatsen

Slide 15 - Open question

Is deze zin juist?
‘Kom van dat dak af!’ riep Peter.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Einde toets!
Ga nu aan de slag met de weekplanner. Het is stil tot de laatste klaar is met de toets! 

Slide 17 - Slide