Les 2 Creatief schrijven / autobiografie

Nederlands


Autobiografisch verhaal 
creatief schrijven opdracht 2

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Nederlands


Autobiografisch verhaal 
creatief schrijven opdracht 2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen? 
- Terugblik vorige les 
- Uitleg schrijven autobiografisch verhaal
- Zelf aan de slag...

Slide 2 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat nuance is of maak een zin met het woord nuance of nuanceren

Slide 3 - Open question

verbaal

Slide 4 - Mind map

Lale Gul schrijft: Taal is macht
Geef een argument voor deze stelling/ dit standpunt
Taal is macht omdat.....

Slide 5 - Open question

Wie heeft gister goed in Taalblokken gewerkt? geef aan op een schaal van 1 tot 100
eerlijk zijn!
0100

Slide 6 - Poll

Lesdoel 
Aan het einde van de les kun je een autobiografisch verhaal schrijven over misdaad en weet je wat een autobiografie is. 

Slide 7 - Slide

Wat is een autobiografisch verhaal? 

Slide 8 - Slide

Verschil tussen autobiografie en biografie 
Autobiografie

De schrijver vertelt zijn eigen levensverhaal. 

Biografie 
De schrijver vertelt het verhaal van een ander. 
Voorbeeld??

Slide 9 - Slide

Creatieve schrijfopdracht 
Schrijf een pakkend autobiografisch verhaal minimaal 350 woorden | maximaal 500 woorden.​
Het onderwerp voor je autobiografische verhaal is ‘je eigen meegemaakte misdaad’​

Inleveren in Teams 



Slide 10 - Slide

Waar moet een goed verhaal aan voldoen? 
- Inleiding l      kern l          slot 
- Pakkende opening ​  (wat wil je de lezer vertellen?)​
- Relevante wetenswaardigheden m.b.t. onderwerp​
  (smeuïge details / gevolgen etc.)​
- Goede eindzin​

   Is hele verhaal verteld? (chronologische volgorde). Oneliner ​


Slide 11 - Slide

Bedenk een situatie /voorval m.b.t. misdaad 

​Diefstal | vechten | boete (in aanraking met justitie)

Misschien vind je het lastig om een situatie te bedenken. Denk niet te moeilijk! Een aanhouding op straat kan ook een onderwerp zijn. 


Slide 12 - Slide

Vervolg....
 Open een word document en beantwoord nu de volgende vragen zonder (lang) na te denken. 

Dus schrijf het eerste wat in je opkomt op.  
      ​



Slide 13 - Slide

1 Was het een onverwachte misdaad (boete/voorval) of één die goed was voorbereid?

2. Wat deed je vóór dat specifieke moment?
3. Waar was je?
4. Was het ochtend, middag, avond, nacht?
5. Wat zag je om je heen aan dingen, kleuren?
6. Wat voor geluiden hoorde je?
7. Waar rook het naar? 





8. Was je alleen of met anderen? Zo ja, met wie?

9. Hoe was de sfeer?
10. Wat deed je op dat moment? Wat had je ook kunnen doen?
11. Wat voor gedachten had je? Wat schoot er door je hoofd?
12. Hoe voelde je je?
13. Werd er iets gezegd? Schrijf een paar zinnen op die je je kunt herinneren.
14. Wat deed je daarna?
 






Slide 14 - Slide

Vervolg....
- Kies vier antwoorden uit waarover jij tevreden bent of die in ieder geval in het verhaal moeten voorkomen.​

- Bedenk ook waar in het verhaal deze antwoorden voorkomen: inleiding - kern - slot      ​



Slide 15 - Slide

Welke acht woorden moeten terugkomen in je verhaal? 



Slide 16 - Slide

Vijf minuten pauze 



Slide 17 - Slide

Aan de slag! 
Start met het schrijven van je verhaal. 

Aan het einde van de les gaan we naar een aantal verhalen luisteren, dus doe je best! 

Klaar? Lees je walgverhaal over. Zit daar een begin en einde aan? Heb je alinea's gemaakt? Spelfouten enz.
Verbeter je walgverhaal en bewaar je eerste en verbeterde versie.


Slide 18 - Slide

Afsluiting les 
Luisteren naar een aantal verhalen. 


Slide 19 - Slide