Taalverzorging ww-spelling pv tt en vt

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Leesboek
  • Pen
  • Lesboek
  • Schrift







1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Leesboek
  • Pen
  • Lesboek
  • Schrift







Slide 1 - Slide





  • Ga lekker zitten. 
  • Pak je boek en lees.
  • Veel plezier!
Stillezen
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Donderdag 12 januari:
  • Tweede (en laatste) inlevermoment PTA-A1 Filmmenu
  • Inleveren in Teams
Opdracht inleveren

Slide 3 - Slide

Maandag 16 januari (3G):
  • Opdr. 2 en 3, blz. 28/29
  • Opdr. 2, 3 en 4, blz. 30/31

Dinsdag 17 januari (3M):
  • Opdr. 2 en 3, blz. 28/29
  • Opdr. 2, 3 en 4, blz. 30/31











Huiswerk

Slide 4 - Slide

Donderdag 2 februari: 
  • PTA-E: spelling en grammatica
  • Herkansbaar

  • Meer info volgt (:


Toetsen

Slide 5 - Slide

  • Hoofdletters, punten, vraagtekens, komma's en aanhalingstekens (citaten)
  • Welke zinnen zijn goed?

  • A: De organisatie legde uit: 'Als je over de finish komt, krijg je een medaille.'
  • B: Kaj zegt tegen de trainer 'Als ik morgen niet beter ben, kom ik niet trainen'
  • C: Laura vroeg aan Isa: 'Hoe heb je dat nou weer gefixt?'


Vorige les: check

Slide 6 - Slide






Taalverzorging



Taalverzorging



















Na de lessen deze week...

  • kun je hoofdletters, punten, vraagtekens, komma's en aanhalingstekens goed gebruiken, ook in citaten. 

  • kun je de tegenwoordige tijd en de verleden tijd van de persoonsvorm goed spellen.
Doel

Slide 7 - Slide

Je kunt de tegenwoordige tijd en de verleden tijd van de persoonsvorm goed spellen.

Doel

Slide 8 - Slide

Maar we begrijpen toch allemaal wat er staat?
  • Waarom is (werkwoord)spelling dan wel belangrijk?
  • Voorbeeld?

Spelling en taalverzorging

Slide 9 - Slide

Wat vind jij?
Als je de middelbare school hebt doorlopen, moet je een tekst kunnen schrijven zonder fouten te maken in werkwoordspelling.
Nee, daar ben ik het niet mee eens.
Ja, daar ben ik het mee eens.

Slide 10 - Poll

  • Er zijn werkwoorden die je op meerdere manieren kunt schrijven.
  • Soms schrijf je gebeurd, en soms schrijf je gebeurt









Werkwoordspelling

Slide 11 - Slide

  • Je hersenen kijken naar welk woord het vaakst voorkomt.

  • Er _______ een ongeluk. (gebeuren)
  • Gebeurd of gebeurt?
  • Gebeurd komt vaker voor.
  • Dus je hersenen kiezen voor gebeurd.
  • Maar dat is helaas niet goed!

  • Er gebeurt een ongeluk.









Wat doen je hersenen?

Slide 12 - Slide

  • Je kunt je hersenen en je gevoel dus niet altijd vertrouwen!









Werkwoordspelling

Slide 13 - Slide

  • Schema
  • Blz. 200

  • Persoonsvorm












Hoe dan wel?

Slide 14 - Slide

  • Tegenwoordige tijd
  • Ik ________________________ (tt) het antwoord te vinden op die vraag. (proberen)
  •  ______________________ (tt) jij het antwoord te vinden op die vraag? (proberen)
  • Jij ________________________ (tt) het antwoord te vinden op die vraag. (proberen)
  • Wij ______________________ (tt) het antwoord te vinden op die vraag. (proberen)


Oefenen (blz. 200)

Slide 15 - Slide

  • Verleden tijd
  • Ik ________________________ (vt) jou gisteren, maar je nam niet op. (bellen)
  • Wij ______________________ (vt) jou gisteren, maar je nam niet op. (bellen)

  • Jij _____________________ (vt). (fietsen)
  • Wij ______________________ (vt). (fietsen)



Oefenen (blz. 200)

Slide 16 - Slide

  • Verleden tijd
  • Hij ________________________ (vt) gisteren naar de bushalte. (lopen)
  • Zodra we thuis waren, ________________ (vt) we onze boeken in een hoek van de kamer. (smijten)



Oefenen (blz. 200)

Slide 17 - Slide

Je kunt de tegenwoordige tijd en de verleden tijd van de persoonsvorm goed spellen.

Doel

Slide 18 - Slide



Wat?
  • Opdr. 2, 3 en 4, blz. 30/31

Hoe?
  • Boek + schrift

Klaar? 
  • Opdr. 2 en 3, blz. 28/29
  • Nakijken
  • Fictiedossier afmaken en inleveren
  • Lezen



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 19 - Slide






Na deze les...
  • kun je de tegenwoordige tijd en de verleden tijd van de persoonsvorm goed spellen.


Doel

Slide 20 - Slide

Volgende lessen
Donderdag 12 januari:
  • Tweede (en laatste) inlevermoment PTA-A1 Filmmenu
  • Inleveren in Teams

Maandag 16 januari/dinsdag 17 januari:
  • Opdr. 2 en 3, blz. 28/29
  • Opdr. 2, 3 en 4, blz. 30/31




Slide 21 - Slide