What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling 3,8/4.8
Spelling 3,8/4.8
Zelfstandige naamwoorden: samenstellingen
Werkwoordspelling
• het bijvoeglijk naamwoord, stoffelijk bijvoeglijk naamwoord en het als bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord gebruiken;
• werkwoordspelling toepassen, ook van Engelstalige werkwoorden.
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling 3,8/4.8
Zelfstandige naamwoorden: samenstellingen
Werkwoordspelling
• het bijvoeglijk naamwoord, stoffelijk bijvoeglijk naamwoord en het als bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord gebruiken;
• werkwoordspelling toepassen, ook van Engelstalige werkwoorden.
Slide 1 - Slide
Welke stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden zijn goed geschreven?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
zijden blouse
B
houten tafel
C
papiere blad
D
kartonnen doos
Slide 2 - Quiz
Welk van de bijvoeglijk naamwoorden is geen voltooid deelwoord?
A
gestolen
B
geverfde
C
rode
D
gekregen
Slide 3 - Quiz
werkwoordspelling tegenwoordige tijd werkwoordspelling
A
Hij zaagd het hout..
B
Hij zaagt het hout.
C
Hij zaagdt het hout.
Slide 4 - Quiz
Wat is GEEN samenstelling?
A
verdrietig
B
kastdeur
C
achterruit
D
gymschoen
Slide 5 - Quiz
werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.
Slide 6 - Quiz
Meervoud
Wat is 'calorie' in het meervoud?
A
caloriën
B
calorieën
Slide 7 - Quiz
meervouden
Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën
Slide 8 - Quiz
Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's
Slide 9 - Quiz
Meervoud -s of -'s
A
babys
B
baby's
Slide 10 - Quiz
Wat is een samenstelling?
A
Twee woorden die op elkaar lijken
B
Twee woorden die samen een nieuw woord vormen
C
Twee woorden, waarbij je de betekenis moet opzoeken
D
Twee woorden die hetzelfde betekenen
Slide 11 - Quiz
Het huis is afgebrand.
Het
huis?
Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
A
afgebrandt
B
afgebrand
C
afgebrandde
D
afgebrande
Slide 12 - Quiz
In welke zin is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt?
A
De brief is geschreven
B
De geschreven brief
C
Hij schrijft snel een brief
D
De blauwe brief ligt op de tafel
Slide 13 - Quiz
Welke vuistregel gebruik je als het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord is?
A
Dan gebruik je 'T KoFSCHiP X.
B
Dan schrijf je het woord op zoals je het hoort.
C
Dan schrijf je het voltooid deelwoord zo kort mogelijk.
D
Dan maak je het woord langer.
Slide 14 - Quiz
Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast
Slide 15 - Quiz
spelling hoofdstuk 3.8
Opdracht 5 t/m 10 maken hoofdstuk 3.8 Spelling blz 53 en 54
timer
10:00
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Hoofdstuk 3 grammatica en spelling
March 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Spelling 4.8 - 3 kader
November 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
4.8 Spelling les 1 en 2
13 days ago
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2,3
4.8 Spelling les 1 tm xx 07-03-2024 tm xx
March 2024
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
M2: 4.8 (v.d. bijvoeglijk gebruikt, samenstellingen met tussen-n of s)
April 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3d woensdag 28/2
February 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
4.8 spelling k3 en b3
October 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Herhaling spelling 3.8, 4.8 en 5.8 - 1KGa
March 2021
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1