Spelling 4.8 - 3 kader

Nederlands

Spelling 4.8
3 kader
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands

Spelling 4.8
3 kader

Slide 1 - Slide

Lesplanning

- Terugblik vorige les
- Uitleg theorie spelling 4.8 + oefeningen
- Maak opdrachten van spelling 4.8 

Lesdoel:
- Je kunt de regels van werkwoordspelling correct toepassen, ook van Engelstalige werkwoorden.
- Je kunt het (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord, en het als bijvoeglijk
gebruikt voltooid deelwoord correct gebruiken.


Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les

Slide 3 - Slide

Terugblik vorige les

Slide 4 - Slide

Terugblik vorige les

Slide 5 - Slide


Maak van spelling 3.8, opdr. 3 en 6abc (B-boek blz. 68-71) 
en maak online de test jezelf van spelling 3.8.
Het huiswerk voor deze les was:
Terugblik vorige les

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide


Noteer de juiste vorm van het werkwoord:
Ik ... (crossen) gister door het bos.

Slide 9 - Open question


Noteer de juiste vorm van het werkwoord:
Dat is op het goede moment ... (timen).

Slide 10 - Open question


Noteer de juiste vorm van het werkwoord:
Hij ... (deleten, vt) per ongeluk het bestand.

Slide 11 - Open question

B-boek blz. 150

Slide 12 - Slide


Schrijf het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord correct op:
(breed) - Ze lopen op de ... stoep.

Slide 13 - Open question


Schrijf het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord correct op:
(foutloos) - Hij maakte een ... toets.

Slide 14 - Open question

B-boek blz. 150

Slide 15 - Slide


Schrijf het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord correct op:
(ijzer) - Hij sloeg met een ... staaf tegen de muur.

Slide 16 - Open question


Schrijf het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord correct op:
(metaal) - Hij timmert met een ... hamer.

Slide 17 - Open question


Schrijf het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord correct op:
(aluminium) - Op tafel ligt een ... vork.

Slide 18 - Open question

B-boek blz. 150

Slide 19 - Slide


Schrijf het als bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord op:
(vergroten) - De foto's zijn vergroot. --> De ... foto's

Slide 20 - Open question


Schrijf het als bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord op:
(toenemen) - Het geweld is toegenomen. --> Het ... geweld

Slide 21 - Open question


Schrijf het als bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord op:
(verbranden) - De broodjes zijn verbrand. --> De ... broodjes

Slide 22 - Open question

Lesplanning

- Maak van spelling 4.8, opdr. 2a, 4abc, 5, 6 en 7 (blz. 148-151) en leer de theorie op blz. 150. = huiswerk maandag 18 november

- Klaar? --> Maak online de test jezelf van spelling 4.8 of ga lezen in je leesboek.

Lesdoel:
- Je kunt de regels van werkwoordspelling correct toepassen, ook van Engelstalige werkwoorden.
- Je kunt het (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord, en het als bijvoeglijk
gebruikt voltooid deelwoord correct gebruiken.


Slide 23 - Slide