Samentrekking en incongruentie

Mededelingen
  • Materiaal- en huiswerkcontrole. Leg even
    je spullen op tafel, je schrift graag open op
     je huiswerk.
  • Tijdens de controle ga je even lezen en is het
      stil.
  • Eerste waarschuwing wordt genoteerd.
  • Tweede waarschuwing: nakomen vrijdag
      van 16.00u tot 17.00u in 503.
        Niet aanwezig = spijbelen.
  • Mocht ik je moeten verwijderen uit de les, dan
haal je de gemiste lestijd in op vrijdagmiddag.
  • Huiswerk niet maken krijgt vanaf heden gevolgen:
 je blijft na de les zitten om het huiswerk voor de
volgende les te maken. Geen hw, dan lezen.
  • Telefoon in de telefoontas, voor de tweede bel is gegaan.
  • Jassen aan de kapstok.
  • Niet eten, alleen water drinken.
  • Geen petjes, capuchons of mutsen.
  • Inhalen toetsen: de dinsdag na de week waarin
      een toets gepland stond, via de school.
  • Bij CRS:
    Stoplicht: wel of geen vragen stellen.
    Symbolen: gewenste werkhouding.
  • 100% huiswerk- en materiaalcontrole; je hebt alles bij je op het moment dat je de les in komt. Ik wil dus geen 'mijn boek ligt nog in mijn kluisje'. Materiaal: lesboek, schrift en leesboek.
  • Iets willen zeggen = vinger opsteken.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Mededelingen
  • Materiaal- en huiswerkcontrole. Leg even
    je spullen op tafel, je schrift graag open op
     je huiswerk.
  • Tijdens de controle ga je even lezen en is het
      stil.
  • Eerste waarschuwing wordt genoteerd.
  • Tweede waarschuwing: nakomen vrijdag
      van 16.00u tot 17.00u in 503.
        Niet aanwezig = spijbelen.
  • Mocht ik je moeten verwijderen uit de les, dan
haal je de gemiste lestijd in op vrijdagmiddag.
  • Huiswerk niet maken krijgt vanaf heden gevolgen:
 je blijft na de les zitten om het huiswerk voor de
volgende les te maken. Geen hw, dan lezen.
  • Telefoon in de telefoontas, voor de tweede bel is gegaan.
  • Jassen aan de kapstok.
  • Niet eten, alleen water drinken.
  • Geen petjes, capuchons of mutsen.
  • Inhalen toetsen: de dinsdag na de week waarin
      een toets gepland stond, via de school.
  • Bij CRS:
    Stoplicht: wel of geen vragen stellen.
    Symbolen: gewenste werkhouding.
  • 100% huiswerk- en materiaalcontrole; je hebt alles bij je op het moment dat je de les in komt. Ik wil dus geen 'mijn boek ligt nog in mijn kluisje'. Materiaal: lesboek, schrift en leesboek.
  • Iets willen zeggen = vinger opsteken.

Slide 1 - Slide

Welkom!
  • Neem plaats
  • Spullen op tafel
  • Tas op de grond
  • Telefoon in de telefoontas.
  • Ik doe materiaalcontrole, daarna starten we.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

What's next?
Deze periode:
- Samengestelde zinnen: hoofd- en bijzinnen benoemen.
- Incongruentie
- Correcte samentrekkingen
- Verwijswoorden (die, deze, dat, dit) en lidwoorden
- oftewel: Formuleren H1, H2, H3, H5 en grammatica H2, H3 en H5

Vandaag doen we: de samentrekking controleren (Formuleren H2) en de incongruentie (Formuleren H6).
 


Slide 5 - Slide

Samentrekkingen
Manieren:
  • Voorwaarts (voorin de zin, woordgroep of het woord iets weglaten)
  • Achterwaarts (achterin de zin, woordgroep of het woord iets weglaten)

Niveaus:
  • Op woordniveau (binnen- en buitenland)
  • Op woordgroepniveau (hele dure en goedkope armbanden)
  • Op zinsdeelniveau (bij samengestelde zinnen)


Maak nu opdracht 2. De eerste zin doen we samen.




Slide 6 - Slide

Samentrekkingen
Samentrekkingen, zeker op zinsdeelniveau, kunnen makkelijk fout gaan. Om correct te zijn, moet een zinsdeelsamentrekking aan deze voorwaarden voldoen:
  • kan alleen bij samengestelde zinnen; je laat namelijk herhaalde zinsdelen weg
  • kan alleen als grammaticale functie, betekenis en aantal overeenkomen

Om te checken of een samentrekking klopt, doe je het volgende:
  1. Schrijf op welk(e) woord(en) weggelaten zijn.
  2. Controleer welke grammaticale functie het samengetrokken element heeft in de eerste zin en de tweede zin.
  3. Controleer welke betekenis de samentrekking heeft in beide gedeeltes. 
  4. Controleer welk getal de samentrekking heeft in beide gedeeltes heeft.

Als alles overeenstemt, is de samentrekking correct. Komt één van deze drie voorwaarden niet overeen, dan spreken we van een foutieve samentrekking.
Wat doen we dan?

Slide 7 - Slide

Samentrekkingen
Het huiswerk: opdracht 4, blz. 61.

De antwoorden
  1. De eerste trein reed van Amsterdam naar Haarlem en bestond uit coupés in de eerste, tweede en derde klasse.  De eerste trein (zinsdeel (= ow), achterwaarts), klasse (woordgroep (samen een bwb), voorwaarts).
  2. De rode baan van de Nederlandse vlag staat voor 'het volk', de witte voor 'de adel' en de blauwe voor 'de kerk'. Baan van de Nederlandse vlag (woordgroep (elke keer onderdeel van het ow, achterwaarts), staat (zinsdeel (=pv), achterwaarts samengetrokken).





Slide 8 - Slide

Samentrekkingen
Het huiswerk: opdracht 4, blz. 61.

De antwoorden
3.  In Artis wonen roodwang- en woudschildpadden en er zijn wel Aziatische olifanten, maar geen Afrikaanse. Schildpadden  (woord, achterwaarts), er (zinsdeel (bwb), achterwaarts), zijn (zinsdeel (=pv), achterwaarts), olifanten (woordgroep (onderdeel van ow in beide delen), achterwaarts).
4.  Jos verzamelt oude filmaffiches uit Frankrijk en verkoopt recente uit de VS. Jos (zinsdeel (=ow), voorwaarts), verzamelt (zinsdeel (=pv), voorwaarts), filmaffiches (woordgroep, (onderdeel van lv), voorwaarts)




Slide 9 - Slide

Samentrekkingen
Opdracht 1
  1. Mevrouw Van der Wal heeft veel vrijwilligerswerk gedaan en mevrouw Van der Wal heeft daarvoor op Koningsdag een lintje gekregen. Mevrouw van der Wal is in het eerste deel onderwerp en in het tweede deel ook; dit mag je dus weglaten. - heeft is in het eerste deel hulpwerkwoord en in het tweede deel ook; dit mag je dus ook weglaten.
  2. Yesser vergat zijn vriendin een cadeau te geven en Yesser vergat zijn vriendin te feliciteren. Yesser is in het eerste deel onderwerp en in het tweede deel ook; dit mag je dus weglaten. Vergat is in het eerste deel hulpwerkwoord en in het tweede deel ook; dit mag je dus weglaten. Zijn vriendin is in het eerste deel meewerkend voorwerp en in het tweede deel lijdend voorwerp; dit mag je dus niet weglaten. Verbetering: Yesser vergat zijn vriendin een cadeau te geven en zijn vriendin (of: haar) te feliciteren.





Slide 10 - Slide

Samentrekkingen
Opdracht 1
  1. De inbreker liep een emmer omver en de inbreker liep hierdoor tegen de lamp.  De inbreker is in het eerste deel onderwerp en in het tweede deel ook; dit mag je dus weglaten. Liep is in beide gedeelten zelfstandig werkwoord, maar een emmer omver lopen is iets anders dan tegen de lamp lopen; dit mag je dus niet weglaten. Verbetering: De inbreker liep een emmer omver en liep daardoor tegen de lamp.
  2. Onze buurman is meestal wel aardig, maar onze buurman is som volstrekt onredelijk. Onze buurman is in het eerste deel onderwerp en in het tweede deel ook; dit mag je dus weglaten. Is is in het eerste deel koppelwerkwoord en in het tweede deel ook; dit mag je dus weglaten.


Maak nu opdracht 3 op blz. 65. > 15 minuten, moet af.

Klaar? Door met opdracht 4 op blz. 65. > huiswerk




Slide 11 - Slide

Samentrekkingen
Opdracht 1
  1. De inbreker liep een emmer omver en de inbreker liep hierdoor tegen de lamp.  De inbreker is in het eerste deel onderwerp en in het tweede deel ook; dit mag je dus weglaten. Liep is in beide gedeelten zelfstandig werkwoord, maar een emmer omver lopen is iets anders dan tegen de lamp lopen; dit mag je dus niet weglaten. Verbetering: De inbreker liep een emmer omver en liep daardoor tegen de lamp.
  2. Onze buurman is meestal wel aardig, maar onze buurman is som volstrekt onredelijk. Onze buurman is in het eerste deel onderwerp en in het tweede deel ook; dit mag je dus weglaten. Is is in het eerste deel koppelwerkwoord en in het tweede deel ook; dit mag je dus weglaten.


Maak nu opdracht 3 op blz. 65. > 15 minuten, moet af.

Klaar? Door met opdracht 4 op blz. 65. > huiswerk




Slide 12 - Slide

Incongruentie
Nieuwe stof: de incongruentie. In je boek te vinden op blz. 188, Formuleren H6.

  • De incongruentie is, net als een foutieve samentrekking, een taalfout die regelmatig gemaakt wordt.
  • Om hem te snappen, moeten we weten wat de functie is van de persoonsvorm. De pv geeft tijd en getal aan.
  • Het getal wordt altijd aangegeven door het onderwerp. Als onderwerp en persoonsvorm beiden hetzelfde getal aangeven, gaat het dus goed. Als dit goed gaat, heet dit congruentie.
  • Als dit fout gaat en onderwerp en persoonsvorm verschillen in getal, dan is er sprake van incongruentie.




Slide 13 - Slide

Incongruentie
Wanneer zie je dit vaak? Het komt voor als:
  • Het ow meervoud is, maar de pv enkelvoud weergeeft, omdat ow enkelvoud lijkt.
  • Het onderwerp enkelvoud is, maar de persoonsvorm meervoud weergeeft. Dit gebeurt vaak bij onderwerpen die meervoud lijken.
  • Pv en ow staan erg ver uit elkaar, omdat er bijvoorbeeld bijzinnen of andere zinsdelen tussen staan met een ander getal.
  • En de moeilijkste: een mv wordt ten onrechte aangezien voor ow aangezien.




Slide 14 - Slide

Incongruentie
Wat zijn goede voorbeelden waar dit veel bij gebeurt?

Een onderwerp is enkelvoud:
  • Wanneer de kern van het onderwerp een collectief/club is: de groep, een aantal, het clubje, een klas, een school vissen, een kudde leeuwen, een troep wolven etc. De kern kan je vinden door je onderwerp zo kort mogelijk te maken.
  • Wanneer men praat over bedrijven met een &-teken of 'en-klank': H&M, V&D.
  • Wanneer het onderwerp een reeks bevat waarin 'of', 'dan wel' of 'noch' voorkomt: Meneer Timmermans dan wel mevrouw Ham kan echt geen lesgeven (en niet: kunnen). Of Ajax Of Feijenoord zal de competitie dit jaar winnen (en niet: zullen).




Slide 15 - Slide

Incongruentie
Wat zijn goede voorbeelden waar dit veel bij gebeurt?

Een onderwerp is meervoud:
  • Als het onderwerp 'en' bevat: De bevolking van Oekraïne en de EU moeten ten strijde trekken tegen Rusland (en niet: moet).
  • Wanneer het onderwerp een landnaam is dat hoe dan ook meervoud is: De Verenigde Staten hebben besloten Rusland te straffen voor de inval (en niet: heeft).
  • Als je het woord media ziet. Media is altijd meervoud, het enkelvoud is medium. Social media is dus ook meervoud!




Slide 16 - Slide

Incongruentie
Die laatste is het lastigst, maar je moet hem herkennen: als het mv ten onrechte voor ow wordt aangezien.

Voorbeelden:

De reizigers worden gevraagd uit te stappen op het station.
De bezoekers worden verzocht stil te zijn, zodat de show kan starten.



Wat was ook alweer een kenmerk van het mv?




Slide 17 - Slide

Incongruentie
Oefenen! Hoe vind je een incongruentie?

  1. Zoek de pv en check of deze in meervoud of enkelvoud is geschreven.
  2. Zoek het ow en bepaal of dit enkelvoud of meervoud zijn.
  3. Komt het getal van beiden niet overeen, dan moet je de pv aanpassen een het getal van het ow.
  4. Als dit niet een duidelijk antwoord oplevert, check dan of je voor het vermeende ow het woordje 'aan' kan plaatsen. Als dit het geval is, heb je te maken met een mv dat voor ow wordt aangezien. Pas het getal van de pv vervolgens aan.




Slide 18 - Slide

Incongruentie
Een zwerm wespen achtervolgden Frits op zijn weg naar huis.
Ruim 30% van de ondervraagden geven aan dat ze postzegels verzamelen.
De directie strooiden met beloningen aan het bestuur.
Of Poetin of Biden zal het veld moeten ruimen.
De omstanders worden aangeraden afstand te houden.
Zowel Ali B als Marco B zitten zwaar in de penarie.
De meerderheid van de leerlingen vroegen waar de leraar was gebleven.
Een grote school vissen spoelden aan op het strand.
Een aantal mensen komen altijd te laat.

Slide 19 - Slide

Incongruentie
Soldaten worden bevolen om de stad te verdedigen.
Het energiebedrijf verwacht dat het gebruik van water, elektriciteit en gas alleen maar zullen toenemen.
Harddrugs, die voor veel ellende zorgt, moet zo snel mogelijk verboden worden.
Social media is slecht voor de ontwikkeling van het menselijk brein.
Burgers worden geadviseerd om niet naar de Krim af te reizen.
Uit data, onttrokken uit het stadsarchief, bleek dat mevrouw Jansen, net als heel veel anderen in de regio, oorspronkelijk niet uit waren Rotterdam gekomen.








Slide 20 - Slide

Afsluiting
  • Huiswerk: opdracht 1 en 2 op blz. 188/189. Ook maak je vijf zinnen van tien of meer woorden waarin incongruenties voorkomen dan wel een foutieve samentrekking.
  • We hebben de samentrekking onder de knie.
  • Je hebt kennis gemaakt met de theorie rondom incongruentie en kan deze taalfout opsporen in teksten.
  • Volgende keer behandeling van het huiswerk en we gaan verder met iets lichters, het correct begrenzen van zinnen.



Slide 21 - Slide