Habsburgse rijk: Spanje, Spaanse kolonies, Italiaanse gebieden en de Nederlanden.
Keizer Karel V was ook keizer van het Duitse rijk.
Nederland, België en Luxemburg bestond uit 17 gewesten. Ieder met een eigen bestuur, wetten en munten.
Slide 4 - Slide
Centraal bestuur
Alle regels maakte besturen lastig voor Karel V. Ook was hij altijd in oorlog met andere landen. Daar was veel geld voor nodig.
Een centraal bestuur werd ingesteld, met dezelfde regels en vaste belastingen. Ook werden Spaanse ambtenaren ingesteld.
Alles tegen de wensen van de Nederlandse adel.
Slide 5 - Slide
Filips II
In 1555 volgt Filips II zijn vader op. Hij zet het centrale bestuur door. In de Nederlanden stelt hij een plaatsvervanger aan. Deze landvoogd moest hier besturen.
Verder had ieder gewest een stadhouder. Deze hielp de koning bij het besturen. Willem van Oranje was een belangrijke stadhouder in de Nederlanden.
Slide 6 - Slide
Onvrede
Veel Nederlanders waren ontevreden met de Spaanse koningen:
Edelen wilden geen centraal bestuur
Invoeren van belastingen kostte veel geld
Katholiek vs. protestant & kettervervolgingen
Slide 7 - Slide
Beeldenstorm
1566: economische crisis en hoge voedselprijzen zorgen voor de Beeldenstorm.
Tijdens een Hagepreek werd gesproken over de schandalige heiligenbeelden in katholieke kerken. Uit woede worden kerken vernield en kostbaarheden meegenomen.
Slide 8 - Slide
Reactie Beeldenstorm
Filips II hoort van de vernielingen en is woedend. Hij stuurt zijn leverleider de hertog van Alva om de orde te herstellen. De hertog vecht meteen keihard tegen de Nederlandse opstandelingen.