4.2 Vorming geslachtscellen 4H 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
 4.2 Vorming geslachtscellen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
 4.2 Vorming geslachtscellen

Slide 1 - Slide

Doel 4.1
Je leert hoe geslachtscellen ontstaan

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

BINAS 86D

Slide 7 - Slide

Vorming eicellen
Begint al vóór de geboorte in de eierstokken.
Ontwikkeling stopt tijdens Meiose I.
Bij de rijping van een eicel wordt de meïose afgemaakt.


Slide 8 - Slide

Vorming eicellen
Eicellen zijn omgeven door follikelcellen uit het ovarium (de eierstok), het geheel heet een follikel.
Meerdere rijpingen, één (heel soms twee) eisprongen.

Uit 1 voorlopercel ontstaan 1 eicel en 3 pollichaampjes.
Poollichaampjes hebben alleen chromosomen en sterven.

Slide 9 - Slide

BINAS 86D

Slide 10 - Slide

Vorming zaadcellen
Begint vanaf de puberteit.
Zaadcellen worden gevormd in de 
zaadbuisjes van de testes (zaadballen). 
Vorming van 1 zaadcel duurt ongeveer 2 maanden.
Ze worden opgeslagen in de bijballen.
Bij zaadlozing ongeveer 3 mL vrij-> 350 miljoen zaadcellen
= 10 % van het sperma.



Slide 11 - Slide

Zaadballen
Zaadcellen worden gevormd in
de testes, in de zaadbuisjes.
Deze zijn sterk gekronkeld.

Slide 12 - Slide

Zaadballen
Van buiten naar binnen vormen
de zaadcellen zich. 
Helemaal aan de binnenkant
zitten de voltooide zaadcellen,
die gaan richting de bijballen
mbv trilharen.

Slide 13 - Slide

Meerlingen
Bij meerdere eicellen (door toeval of een vruchtbaarheidsbehandeling) kan een meerling ontstaan.
Ook door de splitsing van de 
bevruchte eicel kan een meerling
ontstaan.


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Doel 4.2
Je hebt geleerd hoe geslachtscellen ontstaan



Slide 17 - Slide

Doel 4.2
BINAS 76B2 Meiose
BINAS 86A Geslachtsorganen man
BINAS 86B Geslachtsorganen vrouw
BINAS 86D Oögenese en spermatogenese

Slide 18 - Slide

Begrippen 4.2
geslachtscellen, meiose, zaadbuisje, hormonen, voorlopercellen, meïose, zaadcellen, bijballen, zaadvocht, zaadblaasjes, prostaat, haploïde eicel, follikel, poollichaampje, twee-eiige tweeling, eeneiige tweeling, hetzelfde DNA, Siamese tweeling

Slide 19 - Slide

Huiswerk
In de online methode/ boek
Kies een leerweg (default B).
Maak 4.2: 3 t/m 9

Maak een samenvatting van de paragraaf.
Aandacht voor de begrippen.

Slide 20 - Slide