Woordsoorten

Mijn nieuwe fiets zet ik altijd goed op slot.
Nieuwe =
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
Culturele en kunstzinnige vorming

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Mijn nieuwe fiets zet ik altijd goed op slot.
Nieuwe =
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Quiz

Jullie zitten op school in Veghel.
Veghel =
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Quiz

De jongen kreeg een tien.
Jongen =
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quiz

Kun je even een brood halen bij de AH?
Een =
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Quiz

Het oude huis staat op instorten.
Het =
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz

Het schoolexamen was moeilijk.
Moeilijk =
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quiz

Benoem de zelfstandige naamwoorden in de volgende zinnen. 

Slide 7 - Slide

In Nijmegen vinden elke zomer de zomerfeesten plaats.

Slide 8 - Open question

Benoem de bijvoeglijke naamwoorden in de volgende zinnen.

Slide 9 - Slide

Het kleine, lieve meisje zingt een mooi liedje.

Slide 10 - Open question