Les 2 antibiotica & afweer vaccins

FPZ 
Antibiotica & afweer
Les 2 vaccins & immunoglobulinen 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Farmaceutische patientenzorgMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

FPZ 
Antibiotica & afweer
Les 2 vaccins & immunoglobulinen 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
Terugblik vorige les 
Actieve immunisatie
Passieve immunisatie

Slide 2 - Slide

Wat weet jij nog van de vorige les?

Slide 3 - Open question

Vorige les 
Antigeen ​

  • Lichaamsvreemde stof ​
Antilichaam​
  • Elk antigeen heeft zijn eigen antilichaam ​
Immuniteit
  • Door aanmaak van antilichamen ben je beschermd tegen bepaalde ziekmakende lichaamsvreemde stof ​




Slide 4 - Slide

Actieve immunisatie ​
  • Door toediening kleine hoeveelheid ziekteverwekkende stof (vaccin) worden antilichamen gevormd ​
  • Lichaam kan grote hoeveelheid van diezelfde ziekteverwekkende stof direct bestrijden ​
  • Ziekte wordt voorkomen 


Slide 5 - Slide

Vaccins ​
  • Niet van nature immuun voor bepaalde mo ​
  • Ideale is onvatbaar worden zonder ziek zijn ​
  • Bijvoorbeeld verkoudheid ​
  • Persoon komt in aanraking met ander persoon met virussen voor verkoudheid ​
  • Inademing via longen ​
  • Lichaam maakt direct antilichamen ​
  • Bij volgend contact met zelfde virus direct bescherming door antilichamen ​






Slide 6 - Slide

Rijksvaccinatieprogramma
  • Aantal infectieziekten die ernstig kunnen verlopen ​
  • Vaccinatie of inenting ​
  • Preventief​
  • Bijna altijd herhaling nodig om vorming van antilichamen opnieuw te stimuleren ​
  • DKTP + hepatitis B, BMR, Hib, en menigokokken, HPV ​
  • Consultatiebureau of GGD ​
  • Niet verplicht​
  • Vanaf 1957 







Slide 7 - Slide

Opdracht 
Groep 1 ; Bof en mazelen ​

Groep 2 ; Rode hond en difterie ​
Groep 3 ; Kinkhoest en tetanus ​
Groep 4 ; Polio en meningokokken ​
Groep 5 ; pneumokokken en HPV ​
Groep 6 ; Hepatitis A & B en influenza (griep) ​

1. Welk micro organisme veroorzaakt deze aandoening? ​En hoe heet deze? 
2. Wat zijn de verschijnselen? ​
3. Hoe loop je het op? ​
4. Wie krijgt het? ​
5. En hoe kan je het behandelen? ​
6. Sinds wanneer in RVP? 











timer
20:00

Slide 8 - Slide

Passieve immunisatie


  • Antilichamen toe te dienen via injecties​
  • Gebeurt als iemand plotseling een ziekte heeft gekregen waar hijzelf geen antilichamen van heeft en nog moet aanmaken​
  • Geneesmiddel met antilichamen ​
  • Voor beperkt aantal ziekten: tetanus ​
  • Wordt gemaakt uit donorbloed van mensen (of dieren) die een bepaalde ziekte hebben doorgemaakt ​
  • Immunoglobulinen 






Slide 9 - Slide

Immunoglobulinen uit menselijk bloed 
  • In bevolking zijn mensen die een bepaalde ziekte hebben doorgemaakt of mee in aanraking zijn geweest ​
  • Hebben antilichamen gevormd ​
  • Mogelijk immunoglobulinen te bereiden uit bloed dat bloeddonoren daarvoor afstaan : 

  1. Tetanusimmunoglobuline ​
  2. Normaal immunoglobuline (verschillende ziektes) 



Slide 10 - Slide

Immunoglobulinen uit dierlijk bloed 
  • Dierlijk serum / antiserum of serum​
  • Inspuiting bij een dier (vaak paarden) met ziekteverwekkende bacterie of toxinen ​
  • Dier maakt antilichamen ​
  • Die vervolgens uit plasma gehaald worden ​
  • Belangrijk: mag maar één keer in een leven met dierlijk serum ingespoten worden ​
  • Kan bij tweede injectie kan ernstige overgevoeligheidsreactie ontstaan: Slangenbeetimmunoglobulinen of difterie- immunoglobulinen ​






Slide 11 - Slide

Meerdere vaccinaties ​
Zoek de volgende vaccinaties op: ​
  • Gele koorts​
  • Rabiësvaccin ​
  • TBC vaccin ​
  1. Door welk mo wordt dit veroorzaakt? ​
  2. Wat is het ziekteverloop als je deze ziekte hebt opgelopen? ​
  3. Wanneer heb je dit vaccin nodig? ​

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Aan de slag! 
Maak een begin met de leertaak; theorie opdracht 1

Volgende week: 
Bijnieren en beïnvloeding afweer- en ontstekingsreacties
Corticosteroïden  

Slide 16 - Slide